• 'Als je slim bent, bouw je eerst een theater na, en dan pas maak je de maquette erin.', Marijn van der Jagt, Zichtlijnen 72, september 2000

    Generaties theaterbezoekers hebben zijn werk gezien, al zullen de meesten van hen zijn naam niet kennen. Generaties theaterontwerpers hebben met hem te maken gehad: als vormgever, als auteur of als leraar. En bij hen is zijn naam zeker wél een begrip: Benno de Vries staat voor de verbinding tussen ontwerpfantasie en praktische uitvoerbaarheid.

    Decor van Benno de Vries voor De liefdesgeschiedenis van de eeuw van de Nieuwe Komedie, Zichtlijnen, VPTDe Vries heeft een uitgebreide, historisch gefundeerde kennis over het ontwerpersvak en draagt die over op mensen die dat vak in de toekomst uit zullen oefenen.
    Zelf schildert hij geen achterdoeken meer en hij neemt na 25 jaar afscheid als docent van de Rietveld Academie - maar zijn betrokkenheid bij wat er in de theaters aan beelden te zien is wordt er niet minder om.

    Als Benno de Vries naar een voorstelling gaat, weet hij meestal ver van tevoren wat er met het decor gaat gebeuren. 'Ik let op de naden,' lacht hij. Hij ziet meteen hoe een decor in elkaar is gezet, waar het kan bewegen, wat er eventueel uitschuifbaar is. Hij kijkt naar theater met de vertekende blik van een specialist.
    Vraag De Vries naar zijn favoriete voorstellingen en hij noemt Pierre Audi's Ring des Nibelungen, omdat er zoveel nieuwe materialen in het decor zijn verwerkt. 'Prachtig, hoe al dat plastic over elkaar schuift.' Hij is 'stapelgek op changementen', die moet je nooit wegmoffelen maar gewoon laten zien, bij een zacht lichtje.
    In zijn zorgvuldig ingerichte flat - echt de woning van een vormgever - ontvangt Benno de Vries het bezoek op blote voeten. Niet om de glanzende parketvloer te sparen. Hij is het zo gewend, zegt hij. Met blote voeten stond hij altijd te werken op de ontelbare doeken die hij voor het theater heeft geschilderd. Voor Jean-Paul Vroom, de decorontwerper van Hans van Manen, heeft Benno de Vries veel ballet-achterdoeken geschilderd. De Amerikaanse beeldend kunstenaar Robert Longo maakte ooit een beeld in Museum Boymans-Van Beuningen met een wolkenlucht van 30 bij 6 meter - een echte De Vries.
    In zijn woning getuigen de vele boeken over schilderkunst van zijn carrière als decorschilder. De Vries: 'Als iemand aan kwam zetten met een plaatje uit een boek, zei ik meteen: "Één ding. Ik wil het boek houden." Je moet namelijk niet denken dat zo'n boek netjes bleef. Ze zitten vol spatten en vegen.'

    Benno de Vries aan het werk in zijn voormalige atelier Sacre du Printemps Hans van Manen, Zichtlijnen, VPTVoor Karel Appel schilderde hij vijf jaar geleden nog de theaterdoeken van het decor voor de opera =. Daar heeft De Vries voor de laatste keer zijn specialiteit laten zien: het uitvergroten van een afbeelding voor gebruik in een toneeldecor. 'Er was een dodo bij zoals Appel die schildert: stevig, met reliëf van verfstreken, vooral bij de rode neus van die vogel'. Om dat verfreliëf in het groot dezelfde werking te geven, is een vertaling nodig. Door op zijn doek met drie rode kleurschakeringen te werken, is De Vries naar eigen zeggen 'heel ver gekomen'.

    Kleiner formaat
    Het was een van de laatste grote toneeldoeken die Benno de Vries zou maken. Hij heeft dat hoofdstuk afgesloten. Te zwaar werk voor zijn pensioengerechtigde lichaam. Hij heeft ook geen atelier meer voor het werken op dat formaat. En er gebeuren op dat gebied teveel dingen in het theater waar De Vries treurig van wordt. Regisseurs of vormgevers die uitvergrote afbeeldingen nodig hebben in een decor laten tegenwoordig liever alles 'plotten': overdrukken op doek. Daar kan De Vries niet tegenop schilderen.
    In de halve eeuw toneelgeschiedenis die hij heeft meegemaakt, is hij meegegaan in de ontwikkeling naar steeds meer realisme, want het publiek kwam dichter en dichter op de decors te zitten. Hij heeft voor film en tv gewerkt, waar camera's moesten kunnen inzoomen op met fotografische precisie geschilderde details. Maar met dat mechanische 'plotten' gaat alle schilderkunstige techniek verloren die De Vries zich heeft eigen gemaakt. Benno de Vries kostuum Bolshoi-ballet, VPT, ZichtlijnenHet werken net verschillende tinten in een vlak dat vanuit de zaal één kleur lijkt. Het werken met spatjes om een egaal vlak meer 'spirit' te geven. De truc om bij het schilderen van een groot doek de ene dag van links naar rechts te werken en de volgende dag andersom, zodat het eindresultaat niet verraad waar je begonnen bent.
    Nee, de schilder Benno de Vries heeft zich teruggetrokken op een kleiner formaat. De zinderende, blauwwitte wolkenlucht op de schuifwand in zijn woning is van zijn hand. En aan de muur hangt één van zijn eigen schilderijen, die allemaal met theater en decors te maken hebben. Het is een blauw vlak met een levensecht nageschilderd scharnier waar een 'krommer' in is gestoken.

    Een deur met een slot erin
    Maar De Vries is veel meer dan een decorschilder. Ook daarin heeft hij zich met het toneel mee-ontwikkeld. Hij begon als leerling-schilder bij de Nederlandse Opera in een tijd dat decors nog voornamelijk 'entourage' waren. 'Een deur in een wand, daar zat een zandzakje achter zodat hij vanzelf dicht ging, want dat deed een zanger niet zelf. De belichting was wat duister en er zat een orkestbak tussen, dus om die afstand te overbruggen moest je heerlijk kitscherig werken - flink aangezet, met veel licht en donker.'
    In 1965 ging De Vries als decorschilder naar de Nederlandse Comedie, waar een deur in een wand ook een slot kreeg en een lichtknopje ernaast: door de acteurs werd veel meer in de decors 'gewerkt'. Hier ontwikkelde zich de tweede grote liefde van Benno de Vries: het ontwerpen en vooral het bouwen van een decor. Hij werd chef van het atelier, eerst bij de Nederlandse Comedie en later bij de STA, het atelier van het Publiekstheater, Toneelgroep Centrum en Baal.
    Groningse Schouwburg, voordoek, Benno de Vries, VPT, Zichtlijnen

    De Vries weet alles wat er te weten valt soorten en maten decormateriaal, over brandwerendheid en opvouwbaarheid, over het wegwerken van naden en het suggereren van diepte, over afstoppingen en over ‘kaschieren’ (het opzetten van het raamwerk voor een driedimensionaal object).

    Schilderij Benno de Vries, VPT, ZichtlijnenTheatermachines
    ‘Leuk, maar onuitvoerbaar’, zei Benno de Vries toen Nicolaas Wijnberg hem in het begin van de jaren zestig eens een paar maquettes liet zien, gemaakt door studenten van de eerste opleiding decorontwerpen in Maastricht. Wijnberg vroeg of De Vries daar wat meer over kon komen vertellen, die zo bij zijn derde specialisme terecht kwam: het overdragen van kennis. De meeste theatervormgevers en –bouwers hebben het daar veel te druk voor, maar De Vries stopte in 1980 met zijn vaste werk als atelierchef en ruimde daarna veel tijd in voor het lesgeven, het schrijven van artikelen en boekjes en het maken van reizen om voor die boeken technieken te verzamelen. Zijn Decorbouw uit 1981, waarvoor hij niet alleen de tekst schreef maar ook de tekeningen maakte, komt binnenkort opnieuw uit in de reeks van Frits van den Haspel. En het is een droom van De Vries om ook zijn kennis van het decorschilderen in een boek vast te leggen. Niet alleen om anderen te laten meeprofiteren van de technieken en trucs die hij heeft opgedaan, maar ook om de geheimen van een verdwijnend ambacht te behouden. ‘Vroeger werkte je met pigmenten en verschillende bindmiddelen. Nu haal je de verf kant en klaar in emmers.‘
    De Vries is thuis in de theatergeschiedenis. Hij weet alles van oude theatermachines bijvoorbeeld – hij heeft er heel wat beschreven in Decorbouw. Voor de afscheidstournee van mimespeler Rob van Reijn is hij momenteel bezig met de reconstructie van een volledig houten theatertje dat in de zeventiende eeuw op het Leidseplein in Amsterdam heeft gestaan. Hij maakt het gebouw niet helemaal, alleen het decor (met net zo’n ‘zeetje op wieltjes’ als in zijn boek staat) en daar omheen de binnenkant van het theater.
    Eigenlijk een driedimensionale uitwerking van wat hij altijd tegen aanstaande theatervormgevers zegt over de maquettes van hun ontwerpen: ‘Als je slim bent, bouw je eerst het theater na, en dan pas maak je de maquette erin.’

    Een voorbereide botsing
    Ruim dertig jaar lang geeft De Vries al les, aan studenten theatervormgeving op de Rietveld Academie, aan bijscholende theatertechnici en decorbouwers bij de SOTT en aan aankomende inspiciënten bij de Hogeschool voor de Kunsten. Bij al die opleidingen slaat hij op een andere manier een brug tussen school en praktijk, tussen droom en daad. Aan de Rietveld, waar De Vries binnenkort na vijfentwintig jaar stopt, leerde hij studenten om hun artistieke ideeën tijdig op de uitvoerbaarheid te toetsen. Hij leerde ze om heldere plattegronden te maken, waarop de regisseur kan aflezen waar een deur is en waar een stoel staat, en waar ze in het atelier de maten van kunnen aflezen. Aankomende theatertechnici leert hij om werktekeningen te maken, maar ook constructietekeningen waarop vroegtijdig een begroting gebaseerd kan worden.
    Doordat hij kennis, ervaring en affiniteit heeft met zowel het ontwerpen als het bouwen van decors, is De Vries in staat om artistiekelingen en technicidichter bij elkaar te brengen. Ontwerpers leert hij om rekening te houden met de tournee van hun decors langs theaters van allerlei afmetingen. ‘Bedenk alvast wat er in kleine theaters van je ontwerp weggelaten kan worden zonder dat het beeld wordt aangetast.’ Omgekeerd pleit De Vries er bij theatertechnici voor dat ze proberen om aan het beeld van een ontwerp recht te doen als een decor op tournee niet past. ‘Als ik aan technici les geef, heb ik de neiging om op te komen voor de vormgever. Dat is vaak moeilijk voor ze, ze denken te snel: oh, dat los ik zo wel even op.’
    Bijzonder is in dit licht het project ‘Decor Constructie en Uitvoering’ dat De Vries geeft aan de Hogeschool voor de Kunsten. Met aanstaande managers gaat De Vries naar de aanstaande vormgevers op de academie. ‘Ik zet één Hogeschool student op een Rietveldstudent. Tegen de Rietveldstudenten zeg ik vooraf: laat je niet in een hoek drukken. Verdedig je ontwerp en doe niet zomaar compromissen.’ Dat laatste zegt De Vries ook tegen de aanstaande managers en zakelijke leiders, die straks precies moeten weten hoeveel alles gaat kosten, hoeveel mensen en vrachtwagens er nodig zijn. ‘Uit de botsing, de katalysatie, komt de samenwerking voort.’ De botsing heeft De Vries zorgvuldig voorbereid. Achter de schermen zoals hij dat z’n leven lang gedaan heeft. Rekening houdend met het perspectief, de verschillende zichtlijnen van alle betrokkenen.

    Decorbouw, handleiding bij bouwen van toneeldecors, Benno de Vries, VPT, ZichtlijnenDecorbouw, handleiding bij bouwen van toneeldecors, Benno de Vries, VPT, Zichtlijnen

    Terug

LID WORDEN