• Bedrijfsongevallen, arbeidsinspectie en aansprakelijkheid, Pauline Beran, Zichtlijnen 38, december 1994

    Een onveilige overstap kan de oorzaak van een ongeluk zijn, of ondeugdelijke apparatuur, of een combinatie van onzorgvuldig handelen en materiaal dat niet volgens de veiligheidsvoorschriften gebruikt wordt (als die er al zijn).

    Iedereen kent tal van voorbeelden van ongelukken en nog veel meer van bijna-ongelukken in het theater.
    Is de werkgever altijd aansprakelijk voor de schade? En moet hij een ongeluk altijd melden bij de Arbeidsinspectie?

    Schadevergoeding
    De voorzieningen krachtens de WAO en de Ziektewet voor gedupeerde werknemers worden er niet beter op. Wanneer slachtoffers van bedrijfsongevallen niet volledig herstellen en er geen aangepast werk voor hen is binnen het bedrijf, zal hun inkomen tamelijk vlug terugvallen tot bijstandsniveau. Het ligt daarom voor de hand dat een werknemer die slachtoffer van een bedrijfsongeval geworden is tegenwoordig vlugger na zou willen gaan of hij de werkgever aansprakelijk kan stellen en schadevergoeding, inclusief smartengeld, kan vorderen. (Smartengeld is vergoeding voor schade die geen vermogensschade is; een vergoeding voor gederfde levensvreugde).

    Wanneer de werkgever voor deze mogelijke claims verzekerd is, hoeft zo’n claim voor hem in financieel opzicht nog niet eens een ramp te zijn. Maar het blijft een smet op de goede naam als werkgever; en ook de Arbodiensten zullen in de toekomst uiteraard ‘lastiger’ worden voor werkgevers bij wie vaak ongelukken gebeuren.

    Aansprakelijkheid
    Wanneer er een ongeluk gebeurt, is dan het gezelschap aansprakelijk of het theater? Of wellicht beiden? Of ieder voor een deel? In dit voorbeeld gaan we uit van de klassieke situatie (er zijn natuurlijk andere situaties denkbaar): er is een theater met technisch personeel en eigen materialen, en er is een bezoekend gezelschap met technische personeel en eigen materialen.

    Voorop staat dat een werknemer/slachtoffer zijn eigen werkgever met veel meer kans van slagen aansprakelijk kan stellen dan een derde, bij wie hij niet in dienst is. Deze grote kans op succes komt voort uit een bepaling uit het arbeidsrecht, dat de relatie tussen werkgever en werknemer regelt (en niet de relatie tot een derde).

    Het artikel op grond waarvan werknemers zeer vaak hun letselschade-claim baseren, is het artikel dat aan de werkgever de verplichting oplegt om (zoveel als redelijkerwijs in verband met de aard van het werk mogelijk is) te zorgen voor de veiligheid van de werknemers. Dit artikel behelst een inspanningsverplichting, dat wil zeggen dat de werkgever zijn best moet doen, maar geen garantie hoeft te geven voor de veiligheid. Het slachtoffer moet bij een ongeval bewijzen dat er sprake is van schuld.

    In de rechtspraak is dit artikel evenwel bijna omgedraaid tot een risicoaansprakelijkheid. Risicoaansprakelijkheid staat tegenover schuldaansprakelijkheid. Risicoaansprakelijkheid wil zeggen dat je in je hoedanigheid van bijvoorbeeld werkgever aansprakelijk bent voor de schade. Het slachtoffer hoeft geen schuld te bewijzen. De werkgever is dus aansprakelijk zodra de werknemer het oorzakelijk verband tussen het ongeval en de schade kan aantonen, ténzij de werkgever op zijn beurt aan kan tonen dat het ongeval te wijten is aan overmacht of aan grove schuld van de werknemer zelf. Maar deze laatste begrippen worden in de rechtspraakweer zeer beperkt uitgelegd: de werknemer moet het wel heel bont gemaakt hebben wil hiervan sprake zijn. Een werknemer die enige risico’s neemt treft bijvoorbeeld geen grove schuld, want dat doe je als werknemer nu eenmaal vlug als je dag in dag uit gevaarlijk werk doet, aldus de Hoge Raad (vertaald in gewone taal).

    Een van de signalen waaruit blijkt dat er in de rechtspraak een ontwikkeling van inspanningsverplichting naar risicoaansprakelijkheid plaatsvindt, is de verandering in bewijslast. De bewijslast is in procedures vaak doorslaggevend: wie stelt, moet bewijzen, luidt een ook bij niet-juridisch geschoolden bekend adagium. Wanneer je dus niet slaagt in je bewijslast, kun je het schudden met je procedure.

    In letselschadezaken is er thans een aantal ontwikkelingen te signaleren die aangeven dat deze bewijslast bijna omgekeerd wordt.

    Meerdere werkgevers
    Het komt ook bij andersoortige werkzaamheden dan in het theater veelvuldig voor dat er ten behoeve van één opdracht meerdere werkgevers werkzaam zijn, al dan niet via het onderaannemen van werk. De bouw is hiervan het meest klassieke voorbeeld en dat is wellicht ook de sector waarin dit het meest voorkomt. Maar er valt ook te denken aan medische verrichtingen door een specialist in een ziekenhuis: ook daar kan sprake zijn van meerdere aansprakelijken, alleen is het slachtoffer hier een patiënt en geen werknemer.

    De bouw
    Relatief veel zaken die tot de Hoge Raad uitgeprocedeerd worden, komen dan ook uit de bouwwereld. De Hoge Raad doet slechts uitspraak over de interpretatie van de van toepassing zijnde rechtsregels. Deze rechtsregels hebben algemene geldigheid en zijn dus toepasbaar in vergelijkbare situaties, bijvoorbeeld in het theater. De Hoge Raad hoeft zich dus niet te verdiepen in de feiten.

    Onlangs heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan in een zaak die speelde op een bouwterrein, waarbij meerdere aannemers en onderaannemers betrokken waren. Een werknemer stelde zijn eigen werkgever aansprakelijk na een ongeval ten gevolge waarvan hij arbeidsongeschikt was geworden, hoewel het ongeval hem buiten zijn eigenlijke werkplek, maar wel óp het bouwterrein was overkomen.

    Natuurlijk stelde de werkgever dat hij niet aansprakelijk gesteld kon worden omdat het ongeval niet op de eigenlijke werkplek van de werknemer was voorgevallen.

    Dit verweer van de werkgever trof geen doel en de Hoge Raad knoopte er een interessante overweging aan vast.

    Veiligheidsmaatregelen
    De vraag was namelijk of de werkgever ook aansprakelijk was voor de schade van de werknemer wanneer de ándere aannemers op het bouwterrein in feite onvoldoende voor de veiligheid gezorgd hadden. De betreffende werkgever stelde voor de Hoge Raad dat dat niet beslissend was. De werkgever vond het beslissend dat hij een voldoende zorgvuldig onderzoek had ingesteld naar de deugdelijkheid van de door de andere aannemers getroffen veiligheidsmaatregelen.

    De Hoge Raad was het oneens met de werkgever: de andere aannemers moeten de zorg in feite in acht genomen hebben, dan pas gaat de werkgever vrijuit. (Denkt u hierbij aan het bewijs dat de werkgever telkens zal moeten leveren…)

    Het wetsartikel inzake de zorgverplichting van de werkgever wordt door deze uitspraak – weer – flink opgerekt te voordele van de zwakkere partij, te weten de werknemer die dagelijks fysiek risico loopt. Maar dit biedt nog geen absolute waarborg voor bescherming van de werknemer.

    Theaterbedrijf
    Dit arrest heeft rechtstreeks gevolgen voor de situatie in het theaterbedrijf.

    Het bezoekende gezelschap dient ervoor te zorgen dat het theater zodanige veiligheidsmaatregelen neemt dat het personeel van het gezelschap (zo veel als redelijkerwijs mogelijk is) beschermd is tegen gevaren en dergelijke. Heeft het theater dat niet gedaan, dan kan de getroffen werknemer zijn eigen werkgever (het gezelschap) aansprakelijk stellen voor de schade! Het gezelschap is derhalve op gelijke wijze aansprakelijk voor het te kort schieten van de schouwburg of de zaal, als voor het eigen te kort schieten.

    Voor de werkgever (het reizend gezelschap) betekent dit dat hij eventueel nog meer vrijwaringsbedingen moet opnemen in de contracten of in de algemene voorwaarden die hij hanteert ten opzichte van de theaters.

    Melden?
    Soms wordt mij de vraag voorgelegd  waarom een werkgever eigenlijk de vele verplichtingen op grond van de Arbowet na zou komen. Het is toch alleen in het nadeel van de werkgever wanneer hij de Arbeidsinspectie inschakelt en op de hoogte stelt van een ongeval of bijna-ongeval?

    Een van de redenen om de Arbeidsinspectie na een ongeval in te schakelen is juist (in tegenstelling tot wat de vraag impliceert) de beperking van de mogelijke aansprakelijkheid. De verplichting tot rapportage van een ernstig ongeval is gebaseerd op de Arbowet. De rapportage dient te geschieden bij de Arbeidsinspectie. De werkgever dient bovendien in het jaarverslag te vermelden welke maatregelen hij heeft getroffen om soortgelijke ongevallen in het vervolg te voorkomen.

    Rapportageplicht
    De Hoge Raad heeft in een recent arrest wederom een grens getrokken. Dit arrest kan verstrekkende gevolgen hebben voor een werkgever die niet voldoet aan de rapportageplicht bij ernstige ongelukken. (Nog afgezien van het feit dat de Arbowet ook sancties stelt op het niet nakomen van de verplichting tot rapportage van ernstige ongelukken, maar ik heb het hier over de verhouding tussen werkgever en werknemer, en niet over de verhouding tussen werkgever en Arbeidsinspectie.)

    De Hoge Raad stelt namelijk dat de werkgever een rapport met de toedracht van het ongeval dient op te maken voor de Arbeidsinspectie. Uit deze rapportage moet met een redelijke mate van zekerheid kunnen worden opgemaakt in hoeverre het ongeval door voldoende veiligheidsmaatregelen voorkomen had kunnen worden. Het gaat hierbij om ongevallen zoals die in de zaak waarover de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan (een ongeval buiten de eigenlijke werkplek maar wel op het bouwterrein). De werkgever dient de werknemer met zo’n rapport als het ware voldoende aanknopingspunten te bieden om de verdeling van de bewijslast te kunnen bepalen.

    Risico
    Heeft de werkgever (in dit voorbeeld een gezelschap, de bezoeker van de zaal dus) geen rapport opgemaakt of op laten maken ten behoeve van de Arbeidsinspectie, dan volgt daaruit dat de vordering van de werknemer in beginsel toewijsbaar is, aldus de Hoge Raad. De werkgever neemt dus een enorm risico wanneer hij na een ernstig ongeval geen rapportage opmaakt of op laat maken door de schouwburg.

    Dit geldt ook wanneer het ongeval naar de mening van de werkgever te wijten is aan het te kort schieten van bijvoorbeeld de schouwburg. Want dat moet juist uit de rapportage blijken. Is er geen rapportage en stelt de werknemer de werkgever (het gezelschap) aansprakelijk, dan is de vordering van de werknemer dus in beginsel toewijsbaar.

    Claims
    En hoewel de claims in Nederland nog niet zo hoog zijn als bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, lopen de bedragen langzaam maar zeker op, met als voorlopig hoogtepunt het voorschot ad f. 300.000,- in de bekende Aidszaak (een man werd tijdens een behandeling in het ziekenhuis ingespoten met bloed van een Aidspatiënt). Ook dwarslaesies kunnen tot het toewijzen van hoge vergoedingen leiden.

    En dan heb ik het hier slechts over smartengeld, dat wil zeggen een vergoeding voor ondergaan leed, en niet over de vermogensschade (de gemaakte kosten, de schade door bijvoorbeeld toekomstige inkomstenderving).

    Pauline Beran is advocaat te Amsterdam en als studentendecaan verbonden aan de Theaterschool.

    Terug

LID WORDEN