• Terugblikken op Solid Ashes, Theo van Apeldoorn, Nieuwsbrief 2, november 1988

    Over zware kritiek, duizend kilo verse takjes en dromen van een afstandsbediening

    VPT Nieuwsbrief, Solid AshesDe kritieken in de landelijke dagbladen waren niet mals. Solid Ashes, de theaterproductie van Robert Longo, Janine Brogt en Paul Gallis, zou een trage, saaie en vooral uiterst conventionele voorstelling zijn. Het verhaal over de mythe van Heracles, waarin de hoofdrolspeler in een nabije, post-nucleaire toekomst over de grenzen van het niet-besmette continent waakt, kon de meeste recensenten nauwelijks bekoren. Volkskrantmedewerker Els Hoek had zelfs het liefst met een afstandsbediening in de zaal gezeten.

    Ondanks alle kritieken blijft Solid Ashes een productie die de moeite waar is gezien te hebben. Als het even meezit en de financiën het toelaten, draait de voorstelling, waaraan zeker vier bekende componisten hun medewerking verleenden, volgend jaar in New York. Eén van d doelstellingen was dan ook samenwerking tussen USA en Nederland, Amerika en Europa.
    In de kolommen hierna een terugblik op Solid Ashes. Hoe kreeg assistentontwerper Hans in ’t Veld duizend kilo verse takjes in de Rotterdamse Schouwburg? Lag productieleidster Marijke van der Molen wakker van de kritieken?

    Marijke van der Molden, productieleidster: 
    ‘Je mag natuurlijk prestaties verwachten, ook als je mooie plaatjes ziet’. Ze begrijpt de commotie in de landelijke dagbladen wel. Kopte Trouw een dag na de première nog met ‘Groot, groter, grootst, maar inhoud blijft mager’, de Volkskrant portretteerde Solid Ashes diezelfde dag als een luxe uitstalkast van een patserig, grimmig en naïef niveau. Ongetwijfeld het gevolg van de hooggestemde verwachtingen. Maar wakker ligt ze er niet van.
    Marijke van der Molen, die als productieleidster sinds juni 1987 bij de voorstelling betrokken is geweest, vindt de kritiek deels zelfs terecht. ‘Je mag van acteurs die op het toneel staan natuurlijk een prestatie verwachten,’ zegt ze, ‘óók als je mooie plaatjes ziet, ‘ daarmee doelend op de theatrale vormgeving van de decors. Dat die prestaties niet helemaal uit de verf zijn gekomen, erkent Van der Molen ruiterlijk. Maar ze had de voorstelling dan ook liever vier of vijf keer uit willen proberen dan zich te moeten beperken tot de eenmalige try-out vlak voor de première. Een jaar geleden drong ze daar al op aan. Ze meende toen ook al dat de vier, vijf bouwdagen die waren gepland veel te weinig waren. ‘Bij zo’n gigantische productie als deze heb je minstens het dubbele nodig.’ De Rotterdamse Schouwburg heeft die ruimte echter niet gegeven. Het gevolg daarvan was dat er dag en nacht is doorgewerkt, extra mensen werden ingehuurd en scheve gezichten bij het technisch personeel van de schouwburg. ‘Het is natuurlijk nogal wat als je die mensen moet vragen ’s nachts door te willen werken. Daar kwam nog bij dat we het bouwen regelmatig moesten onderbreken voor de repetities van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Nee, erg prettig is dat niet.’
    Toch kijkt Van der Molen tevreden terug op het succes van Solid Ashes, hoeveel energie het haar dan ook gekost heeft. Want behalve het opstellen van contracten voor met name de buitenlandse acteurs, was zij ook degene die het contract met de ateliers en de toeleveringsbedrijven onderhield. Dat levert nog wel eens extra inspanningen op. ‘Je probeert je materialen natuurlijk zo voordelig mogelijk te krijgen. Het ene bedrijf heeft helemaal geen interesse, het andere vindt het wel spannend en besluit met je in zee te gaan. Pikant is dat de weigeraars bijna altijd de naam van een concurrent doorgaven, zelfs als ik het ze op de man af vroeg. Waarschijnlijk dachten ze dat het daar dan tóch niet zou lukken en ik weer bij hen moest aankloppen. Die vlieger ging dus duidelijk niet op.’

    New York
    Of Solid Ashes volgend jaar ook in New York te zien is, zoals de bedoeling is, weet Van der Molen nog niet. De besprekingen daarover zijn nog in volle gang. ‘Het is natuurlijk niet de goedkoopste productie,’ zegt ze. ‘Alleen het decor is nu betaald. Dat slaan we nu op en zodra we het nodig hebben, kunnen we het zo weer uit de kast halen. Maar de rest hangt af van de financiele consequenties. Je moet alles opnieuw gaan bouwen, je moet een schouwburg tot je beschikking hebben, dansers en acteurs betalen en ook een orkest inhuren. Dat kost nogal wat.’

    De vormgeving – Vernieuwing, doorzettingsvermogen en enthousiasme
    Ontwerper Paul Gallis staat bekend om zijn vernieuwende vormgeving. Acht jaar lang was hij de man achter de decors van de Eindhovense Toneelgroep Globe. Sinds 1987 maakt hij deel uit van de artistieke leiding van Toneelgroep Amsterdam.
    Voor het maken van Solid Ashes kreeg Gallis twee maanden onbetaald verlof van de toneelgroep. Het programmaboekje vermeldt dan ook keurig dat zonder hun medewerking de productie niet eens mogelijk geweest zou zijn. Maar Gallis kwam wel al veel eerder op het idee voor het maken van deze voorstelling die ‘vanuit het beeldende element gedacht en geproduceerd moest worden’. Hij zocht contact met de Amerikaanse kunstenaar Robert Longo en benaderde in een later stadium scenarioschrijfster Janine Brogt.
    In januari van dit jaar was al vaag bekend hoe de verschillende scènes er uit zouden zien. Aan de hand van fotomateriaal en schetsen werden maquettes gemaakt, die ook aan de vier verschillende componisten werden toegestuurd. Het eindresultaat vertoont in grote lijnen sterke overeenkomsten met de eerste bouwtekeningen. Gallis’ enthousiasme en doorzettingsvermogen worden door bijna iedere medewerker aan Solid Ashes onderstreept. Hij laat zich niet snel overtuigen dat iets niet kan, wil telkens proberen een niveau hoger te gaan om de productie te verbeteren en probeert zelf oplossingen te vinden voor zijn ‘artistieke hersenspinsels’.

    Hans in ’t Veld, assistent-ontwerper – Duizend kilo takjes
    De verbazing was van de gezichten af te lezen. Prachtige muziek, hoor, maar wanneer beginnen ze nu eens eindelijk? Niemand durfde ook maar één ogenblik zijn buurman aan te kijken, bang iets te missen. En dan, luttele minuten later, de schrik. Doek open en een metershoge heg op het toneel, waar in korte tijd de letter V wordt uitgezaagd. Vragende blikken naar elkaar. Wat is hier aan de hand? Is dit kunst of is iemand hier op het malle idee gekomen échte takjes te gebruiken? Had de plantsoenendienst de macht in de schouwburg overgenomen? Ziehier de reactie van het publiek op de openingsscène van Solid Ashes.
    Assistent-ontwerper Hans in ’t Veld vond het prachtig. Alleen ging er nog heel wat tijd in zitten om die heg ook daadwerkelijk te kunnen bouwen. Het gebruik van plastic was op last van de brandweer uitgesloten, dus moest hij een andere oplossing vinden. Echte takjes dan maar. Via een vriendin kwam hij in contact met een heuse leverancier van die dingen. Die garandeerde hem dat hij vier dagen voor de try-out het gewenste aantal takjes kon leveren. Alleen, hoeveel moesten het er worden? Uitproberen dan maar. Drie kilo heggetakjes op proef gekregen en één voor één in een rasterwerkje gestoken. Voor de heg in de schouwburg, zo berekende In ’t Veld, zou er duizend kilo nodig zijn. En hij kreeg zijn duizend kilo. Vier mensen zijn er dagelijks drie uur lang mee bezig geweest om de heg na de voorstelling van nieuwe takjes te voorzien. Want een groot gedeelte werd tijdens de uitvoering telkens weggezaagd.
    Het lijkt ondankbaar werk te zijn, maar het komt vaker voor. In een ander theaterstuk waarbij In ’t Veld nauw betrokken was werd een hele muur aan stukken geslagen. Metselaar en stukadoor gingen dan telkens na de voorstelling aan de slag om die weer op te bouwen. De volgende dag kon de schilder aan het werk en ’s avonds herhaalde het ritueel zich weer van voren naar achteren.

    Roet in het eten
    Dan lijkt het toch aardiger om op zoek te gaan naar een geschikte locatie voor de video-opnamen die te zien zijn tijdens de decorwisselingen. In ’t Veld zocht onder meer naar een plek die op geen enkele manier gecultiveerd was. Geen schoorstenen, geen lantaarnpalen, geen hoogspanningsmasten, geen huize, geen steden. Ga dát maar eens vinden in Nederland. In ’t Veld vond het. Delen van de Flevopolder en sommige stukken strand zijn zo ongerept, dat die het meest voor de hand lagen. Hoewel, een aan de horizon voorbijvarend schip gooide nog wel eens roet in het eten.

    Janine Brogt, scenarioschrijfster – Het uitstapje van een dramaturge
    Solid Ashes was een uitstapje voor scenarioschrijfster Janine Brogt. Nog daterend uit de tijd dat zij niet werkzaam was als hoofd dramaturgie bij Toneelgroep Amsterdam. In 1985  al begon de samenwerking tussen haar, decorontwerper Paul Gallis en beeldend kunstenaar Robert Longo. Op die samenwerking blijft ze de nadruk leggen. Het scenario heeft ze niet in haar eentje geschreven, zegt ze. Longo en Gallis  hebben haar daarbij altijd gesteund.
    Opvallend aan de productie zijn de teksten. Die worden op volstrekt willekeurige momenten afwisselend in het Nederlands en het Engels gesproken. ‘In de wereld die wij schilderen overheerst het Engels, nog meer dan nu, anno 1988, het Nederlands’, verklaart Brogt. Ze doelt daarmee op de steeds groter wordende invloed die het Engels op het taalgebruik krijgt. Een andere reden, veel praktischer van aard, is dat de twee hoofdrolspelers het Nederlands niet of nauwelijks machtig zijn. Omdat de voorstelling echter in Rotterdam werd opgevoerd, wilde Brogt het Nederlands toch niet geheel uit het stuk laten verdwijnen. Vandaar dat ze koos voor deze oplossing.
    Tevreden over Solid Ashes is ze niet. ‘Maar dat ben ik over geen enkele productie van mezelf’, zegt ze. ‘Nu vond ik het niveau te laag. Ik miste de balans tussen tekst en muziek en tussen theater- en videobeelden. Maar’, voegt ze eraan toe, ‘ik had het voor geen goud willen missen’.

    De techniek – Nachten wakker liggen
    Bijster enthousiast over de voorstelling is hij niet. ‘Waar in een doorsnee toneelstuk het decor slechts als achtergrond dient, speelde het hier een hoofdrol,’ zegt René Beyne, met zijn gelijknamige firma verantwoordelijk voor de uitvoering en het maken van de decors. Samen met drie anderen werkte hij sinds juli dag in, dag uit aan de Canyonwanden die in het derde bedrijf te zien zijn, de enorme heg uit het eerste bedrijf en zocht hij de oplossing voor het water, dat in het laatste bedrijf met 10 kubieke meter tegelijk over het podium stroomt en daar ook moest blijven. ‘Náchten heb ik ervan wakker gelegen hoe dat zou kunnen,’ zegt hij. Een groot plastic kleed met daaronder dikke slangen en een elektrisch gelaste glazen lijst brachten hem de oplossing. ‘Maar als je dan ziet hoe juist dat decor gebruikt wordt,’ zegt Beyne enigszins teleurgesteld, ‘een meisje wringt wat kledingstukken uit en twee anderen zitten elkaar een beetje nat te spetteren.’
    In de andere decorstukken heeft zeker vier maanden werk gezeten. Soms werd het Beyne en zijn collega’s wel wat te veel. ‘Het was zóveel, op een gegeven moment zie je niet meer of iets mooi of lelijk is. Op zich maakt dat natuurlijk niet uit, je doet wat je wordt opgedragen, maar je wilt het dan natuurlijk wel zo goed mogelijk doen.’
    Daar kwam nog bij dat de Rotterdamse brandweer ook de nodige eisen aan het decor stelde. Zo is de heg, die in het eerste bedrijf te zien is, bijna volledig opgetrokken uit verse takjes. Plastic is uit den boze, omdat het onder de lampen van de schouwburg gemakkelijk in brand kan vliegen. Ook in het vierde bedrijf, waar het bloed langs de (katoenen) muren stroomt nadat de hoofdrolspeler zijn vrouw en kinderen heeft vermoord, is gebruik gemaakt van brandvrije, gebleekte stof.
    Behalve de decors voor deze productie, maakte Beyne ook de achtergronden voor het nieuwe theaterstuk van Jos Brink en co. Maar Solid Ashes liep als een rode draad door alle opdrachten heen. ‘Af en toe leek er geen einde aan te komen, ‘ zegt hij.

    Martin Haars, technisch leider:
    Solid Ashes is een krent in de pap’. Martin Haars is tevreden. Met plezier kijkt het hoofd van de technische dienst van de Rotterdamse Schouwburg terug op Solid Ashes. Hoewel hij en zijn ploeg vrijde dagen hebben ingeleverd om een en ander op tijd af te krijgen, ziet Haars de eenmalige theaterproductie toch als een belangrijke krent in de pap. Volgens hem heeft de voorstelling het technisch personeel een groot gevoel van saamhorigheid en eenheid bezorgd, juist doordat zij dag en nacht met het stuk in de weer zijn geweest. De schouwburg kan zich in zijn prille bestaan geen betere afloop wensen.
    Bij elke andere theatervoorstelling brengen de uitvoerenden zélf hun technische ploeg mee. De medewerkers van de schouwburg assisteren dan slechts. Nu was hun aandeel groter. Zij moesten zelf zorgen dat het decor, dat over het algemeen uit nogal omvangrijke stukken bestond, op de juiste tijd op de juiste plaats was, een kwartier voor de première de belichting nog in orde maken en, last but not least, door de korte voorbereidingsperiode vaak dag en nacht doorwerken.
    Toch heeft iedereen zich volgens Haars volledig ingezet. Technisch gezien noemt hij Solid Ashes dan ook een zeer geslaagde productie. ‘Zeker als je je realiseert dat decorstukken van veertienhonderd kilo, en dat is écht een buitenproportioneel gewicht, in het programma hebben gestaan.’

    Terug

LID WORDEN