• Toneelmeester in een middelgroot theater, Chris Lievaart, Zichtlijn 12, augustus 1990

    In de serie monografieën van technische beroepen is een toneelmeester van een middelgrote schouwburg aan de beurt. Voor het interview stond Gert Mensink van Schouwburg Hengelo model.

    Schouwburg Hengelo is een zogenaamd B-theater. Van de professionele producties worden zo’n honderd tot honderdtien voorstellingen per jaar gespeeld. Verder de repetities en zo’n 40 voorstellingen van de amateurgroepen en de balletscholen. Daarnaast zo’n 50 andersoortige evenementen als symposia, feesten, vergaderingen, recepties, etc.

    Gert Mensink, Schouwburg Hengelo, Zichtlijn 12, VPT Gert Mensink, toneelmeester van de Schouwburg Hengelo

    Werk
    Ik ben een meewerkend toneelmeester, d.w.z. het werk valt uiteen in twee hoofdzaken: het organiseren van de zaken en het meewerken op het toneel.

    Het organiseren is veelomvattend: Het maken van afspraken over de problemen van de voorstellingen van de beroepsgezelschappen. Helaas zijn de brieven van de gezelschappen niet altijd volledig. Het kost veel tijd omdat de technici van de gezelschappen zo moeilijk te bereiken zijn. Weliswaar stellen zij in hun brief dat zij mij zullen bellen, maar meestal bel ik hen, omdat ik tijdig over de gegevens moet beschikken in verband met de eigen planning.

    Bij amateurvoorstellingen heb je nog meer voorbereidingstijd nodig voor de besprekingen over het licht en het decor. Bovendien moet he hier vaak corrigerend optreden. De amateurgroepen halen iets in hun hoofd dat er vervolgens nog moet komen ook. Een extra probleem is dat zij (begrijpelijk) vaak geen geld hebben. Wij, de technici, moeten dan vaak de oplossingen bedenken. Amateurgroepen nemen vak de eisen van de professionele gezelschappen over. Vooral de pas beginnende groepen vragen vaak uit onwetendheid veel te veel. In gesprekken vinden we dan veelal een oplossing. Dat verlangt wel veel uitleg van mijn zijde.

    Administratieve zaken
    Het roosteren van de 4 medewerkers; het werk zo verdelen dat iedereen gelijkelijk aan de bak komt; het bijhouden van de vrije dagen en de overuren.

    Het bijhouden van de door de groepen gebruikte extra materialen en apparatuur. Amateurgroepen beginnen vaak met 1 microfoon en eindigen dan met 8. Wij houden dat bij, zodat wel de juiste rekening de deur uitgaat. Soms gebruiken die groepen minder dan aanvankelijk is afgesproken, dan zorgen we ervoor dat het juist niet op de rekening komt, ook al is het contractueel afgesproken.

    Wij doen een deel van het onderhoud, maar soms is het zo druk dat het werk uitbesteed moet worden. Kleine reparaties doen we altijd zelf. Als het te pas komt balanceren we de pijpen van de trekkenwand, we zorgen ervoor dat de touwen van de trekken op spanning zijn en smeren de benodigde rollen van de trekkenwand.

    Natuurlijk neem ik ook deel aan het wekelijkse werkoverleg.

    Wij noemen dat Keek op de Week. Het overleg tussen de medewerkers van het voorgebouw, de technici en de directie. Dan bekijken we hoeveel mensen ingezet kunnen worden. Ik word dan ook geïnformeerd van de andere zijde over problemen die spelen.

    Ontwikkelingen
    Als toneelmeester, ook al is het een B-theater, moet je de ontwikkelingen in het bedrijf in de gaten houden. Een paar voorbeelden: vroeger was het volstrekt ongebruikelijk de geluidsapparatuur van een voorstelling in de zaal te plaatsen. Daarna plaatsten we de apparatuur onder ht balkon of achter in de zaal, maar onder het balkon konden de geluidstechnici het geluid onvoldoende horen. Nu wordt het geluid midden in de zaal geplaatst. Ik heb er jaren voor moeten knokken, maar nu zijn er definitief tien plaatsen in de zaal vrijgemaakt. Het verkrijgen van een geode laad- en losingang was hetzelfde probleem. Het verkrijgen van een hydraulische orkestlift ook. Dat de besluitvorming in een stad als Hengelo langzaam gaat is begrijpelijk. De stad telt maar 70.000 inwoners en beschikt over minder geld dan de grotere steden. Gelukkig ging het besluit over de nieuwe lichtkast (Siemens) heel vlug. Sinds anderhalf jaar is nu ook de geluidsituatie redelijk op orde. Wij waren een van de eerste theaters die Niethammers aanschaften, dat was vooruitstrevend. Op dat moment waren ze nog heel goedkoop.

    Oriënteren doe ik mij aan de hand van artikelen in Zichtlijn, op beurzen en congressen, door middel van gesprekken met de leveranciers en natuurlijk aan de hand van hetgeen ik zie bij de gezelschappen. Die brengen in feite de nieuwe technieken mee. Ook bezoek ik geregeld collega’s in andere theaters. Dat is ook heel leerzaam.

    Ik vind, ook als toneelmeester van een kleiner theater, dat ik de ontwikkelingen in de techniek moet bijhouden, omdat het publiek in Hengelo het recht heeft op dezelfde goede productie, als het publiek in andere grotere theaters. Je bent verplicht bij te blijven.

    Werken op het toneel
    Naast de administratieve en organisatorische werkzaamheden, werk ik mee op het toneel. Mijn voorkeur is het werk op de vloer en met name aan de trekkenwand. In zo’n kleine gemeente als Hengelo, ken je elkaar heel goed. Je hebt zelf de afspraken gemaakt met de technici of de amateurgezelschappen en dan ben je er ook verantwoordelijk voor dat het goed gaat op het toneel.

    Werkklimaat
    Als toneelmeester moet je ook zorgen voor een goed werkklimaat. Ik zorg ervoor dat de koffie klaar is als de technici van de bezoekende gezelschappen binnekomen. Onder het koffiedrinken bespreek je dan de bouw op het toneel. Dat bevordert de afhandeling van het werk later. Als we beginnen pak ik flink aan, dat bevordert de stemming. Ik ga zelfs zover dat ik vind dat wij ons moeten aanpassen aan de werkmethode van het bezoekende gezelschap. Ik volgde in de werkmethode zelfs een bepaald Belgisch gezelschap, dat een zeer extreme werkmethode had; zij belichtten eerst een voorstelling en bouwden daarna pas het decor.

    Ik zorg ervoor dat de technici van de bezoekende gezelschappen graag terugkomen. Zonder een goede samenwerking in het theater kan het nu eenmaal niet. En, ik moet zeggen, ze komen ook graag terug.

    Eigenschappen toneelmeester
    Ín de eerste plaats moet je als toneelmeester in een kleiner theater zorgen dat je klantvriendelijk optreedt. Natuurlijk moet je kunnen organiseren en heb je kennis van de theatertechniek nodig. Het werk vraagt ook een grote fysieke inspanning van je. Ook kennis van de moderne talen heb je nodig.

    Toch zou ik niet precies kunnen zeggen wat voor opleiding je nodig hebt voor deze functie. Zelf ben ik vanaf mijn vijfde in het toneelvak gegroeid. Mijn vader regisseerde. Ik heb als opleiding LTS-bouwkunde en twee jaar MTS-bouwkunde. Het benodigde opleidingsniveau is afhankelijk ook van het type schouwburg waarin je werkt. In mijn functieomschrijving staat dat je voor deze functie een HTS-niveau nodig hebt. Een HTS-er zonder enige ervaring zal het echter in mijn functie moeilijk hebben. Er wordt ook gevoel voor theater gevraagd en een beetje liefde voor het vak. Dat vind ik belangrijk. Ik werk 21 jaar in dit vak, waarvan 12 jaar als toneelmeester. Deze ervaring heeft mij veel kennis gebracht. Dat wis je niet zomaar uit.

    Terug

LID WORDEN