• Ingezonden: Mag ik alstublieft lid worden van de Werkgeversorganisatie?, Niko Bovenberg, Zichtlijnen 70, mei 2000

    In het vorige nummer van Zichtlijnen beschreef Niko Bovenberg zijn moeizame pogingen om de WW-uitkering te krijgen waarop hij recht dacht te hebben. Hieronder het vervolg van deze bureaucratische verrassingstocht.

    ‘Uw zaak heeft KafkaÏaanse vormen aangenomen,’ zegt de man van het GAK met wie ik twee maanden eerder een gesprek op een hoorzitting had gehad.
    ‘Ik heb uw zaak nogmaals ter beoordeling aangeboden.’
    ‘Dat stond ook in uw brief,’ reageer ik. ‘En die brief snapte ik niet.’

    ‘Het wil zoveel zeggen dat u terug bij af bent.’
    Het is eind januari. Ik heb allang weer werk. Van juni tot begin oktober zat ik zonder. WW werd mij vanwege teveel contracten en de Flexwet niet gegund. De Kunstenbond had mij verkeerd en te laat geadviseerd. Terug bij af betekende dat ik administratief qua GAK weer in juni zat.

    ‘Wat nu?’ vraag ik.

    Hij geeft mij een naam en een telefoonnummer, ‘die meneer moet u beoordelen.’
    Ik belde die meneer op. Hij is ziek. Een dag later in vergadering. Weer een dag later is hij vrij. Nog een dag later hoor ik dat hij alleen ’s ochtends werkt. ‘We hebben het hier razend druk,’ verklaart een juffrouw.

    Een week later krijg ik de beoordelaar van het GAK aan de lijn. Ik leg hem mijn zaak uit.

    ‘Ik zou het moeten weten maar als ik niks weet, weet ik niks,’ verklaart hij. ‘Uw cao is mij onbekend dus u kan n iet beoordeeld worden. Bovendien ligt u onderop.’

    ‘Uw stapel kan ook van onderaf lager worden,’ help ik.
    ‘Maar dan zou ik het snel moeten weten,’ klinkt het licht optimistisch. ‘Als u dus eerst zorgt dat ik het weet kan ik u daarna boordelen.’

    ‘Ik zal mijn best doen,’ beloof ik.

    Ik ben pessimistisch. Bij de bond kan ik niet terecht want die adviseren verkeerd en te laat.

    ‘Probeer het eens bij de werkgeversorganisatie,’ raadt een kennis me aan. ‘Die hebben mede de cao bepaald.’

    Ik trek de stoute schoenen aan en bel de directeur van de VNT, Jaap Jong, op. Het is een heel kort telefoongesprek. Minder dan een minuut.

    ’s Avonds krijg ik een emailtje: Jaap doet kort verslag van het gesprek met de beoordelaar. Dat was een kwestie van zeggen wie hij was en daarna een faxje van twee regels, meer niet.

    De volgende ochtend bel ik de beoordelaar weer op. ‘Ik beoordeel u positief, meneer Bovenberg.’ Hij bedankt mij hartelijk voor het van onderaf verlagen van zijn stapel.

    Een week later krijg ik keurig mijn achterstallige WW gestort.

    Terug

LID WORDEN