• Verschillende manieren om naar kleur te kijken, Annette de Bock, Zichtlijn 8, december 1989

    Onderstaand artikel is een bewerking van de lezing die Annette de Bock, medewerkster op het bureau van Hans Wolff & Partners, op Showlight ’89 hield. Vertaling Ed Beentjes.

    De effecten van kleur
    Kleur heeft op ons dagelijks leven meer invloed dan we ons bewust zijn.

    Waarom gebruiken slagers speciaal licht in hun winkels? Omdat we vinden dat vlees er rood uit moet zien, anders zouden we onze trek erin verliezen. Waarom wordt de ‘Red Light District’ in Amsterdam zo genoemd? Waarom zijn begrafenisauto’s in het Westen altijd zwart, en trouwen we in het wit?

    Elke dag zijn we omgeven door kleuren, die duidelijk een grote invloed op ons gedrag hebben. Er zijn verschillende gebieden in onze maatschappij die bewust gebruik maken van kleur om onze stemming en denkwijze te beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld de reclame en de psychologie.

    De effecten van kleur worden echter meestal alleen op basis van ervaring gebruikt. Een sprekend voorbeeld hiervan las ik laatst in de krant. Het artikel heette Seeing Pink. Het ging over politie in het noord Engelse plaatsje Huddersfield. Zij wilde een cel helemaal roze schilderen, omdat daardoor agressieve dronkaards tot bedaren zouden worden gebracht. “We weten niet precies waarom, maar het lijkt een rustgevende uitwerking op ze te hebben. Na 20 minuten in de roze cel zijn ze stil en dan brengen we ze over naar een crèmekleurige cel”, aldus een politieman. In dit voorbeeld gebruikt de politie de effecten van kleur, zonder te weten of er bij stil te staan, waar deze vandaan komen.

    Als we de specifieke eigenschappen van kleur leren kennen, zullen we ons bewust worden van de belangrijke rol die kleur in ons dagelijkse leven speelt. 

    Vervolgens kunnen we dan, als we dat tenminste willen, het gebruik en de toepassing van kleur in al haar functies optimaliseren. Maar hiervoor dienen we eerst meer te weten over de eigenschappen van kleur.

    Al eeuwenlang probeert de wetenschap deze eigenschappen te onderzoeken. Het gaat dan in het bijzonder om de volgende takken van wetenschap: natuurkunde, psychologie, fysiologie (leer van de normale levensverschijnselen) en scheikunde.

    Natuurkunde en Newton
    In de 17e eeuw bracht Sir Isaac Newton een belangrijke doorbraak teweeg in de natuurkunde, toen hij ontdekte dat wit licht niet alleen wit is, maar bestaat uit alle kleuren van de regenboog, de kleuren van het spectrum. Hierop baseerde hij zijn kleurencirkel. Om hier een sluitend systeem van te maken voegde hij er een twaalfde kleur aan toe: paars. De kleuren die tegenover elkaar staan in de cirkel worden de complementaire kleuren genoemd.

    In de 18e en 19e eeuw werd Newton’s kleurentheorie verder ontwikkeld, maar deze ontwikkeling bleef bij puur natuurkundig onderzoek in de traditie van Newton. Het effect van licht en kleur op de mens bleef in deze natuurkundige benaderingswijze volkomen buiten beschouwing.

    Psychologie en Goethe
    De beroemde schrijver Johan Wolfgang Goethe benadrukte als eerste dat kleur een psychologisch effect heeft op de mens. In tegenstelling tot de natuurkundige methode van Newton, ontwikkelde Goethe zijn kleurentheorie op basis van zijn waarneming van de natuur, onze dagelijkse omgeving.

    Hij observeerde de verandering in kleur van de hemel tijdens zonsopkomst en zonsondergang. Hij was echter niet slechts een romantische dromer: uit deze observaties concludeerde hij dat kleur ontstond op de grens van licht en duisternis en om die reden relateerde hij de eigenschappen licht en kleur direct aan haar wijze van ontstaan (ochtendzon-blauw, avondzon-rood).

    De kleur geel vond hij het nauwst aan licht verwant, en daarom noemde hij geel een heldere, warme kleur. Oranje had hetzelfde effect, maar sterker. En rood zag Goethe als de hoogste graad van warmte en energie.

    Hij was de eerste die een poging ondernam de gevoelskwaliteiten van kleur te beschrijven. Zijn classificatie in warme en koude kleuren is nu een cliché geworden, maar destijds was het een revolutionaire denkwijze.

    Hedendaagse experimenten tonen aan, dat Goethe gelijk had met betrekking tot de directe reactie van mensen op kleur. Nu weten we, dat als we mensen in twee verschillende ruimtes plaatsen, waarvan de ene blauw-groen geschilderd is en de andere rood-oranje, de mensen in de blauw-groene ruimte 15⁰C reeds als koud ervaren, terwijl daarentegen de mensen in de rood-oranje ruimte deze ervaring pas bij 11⁰C hebben. Dit toont o.a. aan dat kleur invloed heeft op onze bloedsomloop. We weten ook dat als we mensen tegenover een helderrode oppervlakte plaatsen hun bloeddruk aanzienlijk hoger wordt. En misschien maakt het oudste beroep ter wereld al veel langer gebruik van dit effect.

    De antroposofische arts Rudolf Steiner kende de ideeën van Goethe in het begin van deze eeuw heel goed. Hij gebruikte ze in zijn medische behandelingen, en kleurentherapie wordt nog steeds over de hele wereld in Steinerklinieken toegepast. In de kliniek in Zeist bijvoorbeeld is lange tijd gebruik gemaakt van een kleurentheater, waar kinderen behandeld werden met gekleurd licht.

    Fysiologie
    Naast de natuurkunde en de psychologie is de fysiologie de derde tak van wetenschap die zich bezig houdt met het onderzoek naar kleur. Hier probeert men antwoorden te vinden op vragen als hoe en waarom mensen eigenlijk kunnen zien. Hoewel er inmiddels verschillende theorieën zijn ontwikkeld, is het mechanisme van de waarneming nog altijd niet helemaal bekend.

    We weten bijvoorbeeld nog altijd niet waarom kleurenblindheid vaak voorkomt bij mannen, en nauwelijks bij vrouwen. Met deze wetenschap in het achterhoofd vraag ik mij altijd af, waarom er zo veel mannelijke lichtontwerpers zijn, en zo weinig vrouwelijke.

    In dit kader zijn ook de pointillistische schilders uit de vorige eeuw van belang. Zij waren de eersten in de beeldende kunsten die studie maakten van de waarneming. Zij analyseerden kleur en licht, en schilderden vervolgens alleen de afzonderlijke kleurcomponenten. Ze wisten dat afzonderlijke kleurstippen via de waarneming tot een geheel zouden samensmelten.

    Scheikunde
    In tegenstelling tot de fysiologie is scheikunde een wetenschap met een grote kennis en ervaring op het gebied van de relatie tussen verven en hun kleuren. Dit heeft geleid tot een groot scala aan mogelijkheden voor de bereiding van alle mogelijke soorten verf. Verschillende mengsels van dezelfde elementen kunnen zeer verschillende kleuren voortbrengen. Uit het element cadmium bijvoorbeeld kan men rode en gele verf bereiden. In het bijzonder beeldende kunstenaars hebben hun voordeel kunnen doen met dit soort scheikundig onderzoek.

    Who is afraid of red, yellow and blue?
    De beeldende kunsten laten ons zien dat men met specifiek kleurgebruik verbazingwekkende effecten kan bereiken.

    In het beroemde werk Who is afraid of Red, Yellow and Blue van de hedendaagse kunstenaar Barnett Newman neemt het psychologische effect van kleur een centrale plaats in. Newman richt in zijn werk de aandacht voornamelijk op de gevoelswaarde en de functie van kleur. Hij gebruikt kleur zo indringend, dat we het niet kunnen negeren. Door scheidingslijnen te schilderen, zoals het blauw en het geel in dit werk, in combinatie met grote oppervlakken, zoals het rood, creëert hij een grote spanning. Het grote rode oppervlak van het schilderij houdt de aandacht van de toeschouwer vast.

    In 1986 is dit schilderij ernstig beschadigd tijdens een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amersterdam. Een Nederlandse kunstenaar toonde zijn frustraties over de moderne kunst door het schilderij met een mes te vernielen.

    Was het toeval dat de dader dit schilderij verkoos boven alle andere abstracte schilderijen die in het museum hangen of zou het uitdagende rode oppervlak de beslissende factor geweest kunnen zijn?

    Van schilderij tot dynamisch beeld
    Tenslotte een opmerkelijk project van drie hedendaagse Nederlandse kunstenaars die zichzelf ‘JDK 24’ noemen. De drie kunstenaars begonnen hun samenwerking vier jaar geleden, omdat zij het statische karakter van een schilderij wilden doorbreken. Zij wilden echter geen video gebruiken en zochten naar een andere methode om een schilderij te veranderen in een dynamisch beeld. Om dit probleem op te lossen moesten ze hun eigen verf ontwikkelen en produceren.

    Na drie jaar onderzoek produceerden zij een verf waaraan ze de additieve kwaliteit van licht gaven. Wanneer zij met deze verf de basiskleuren rood, blauw en geel mengden, zou men verwachten dat het mengsel zwart werd, maar hun verf werd optisch wit.

    Deze verfstof gebruiken ze in combinatie met veranderend gekleurd licht, verschillende kleuren die zij gebruiken om deze verf te maken worden afzonderlijk geactiveerd door de verschillende kleuren licht. Het schilderij wordt zo een verzameling van voortdurend veranderende kleursensaties, waarbij onze waarneming een kleurervaring heeft die volledig tegengesteld is aan die wij normaal gesproken gewend zijn.

    Bovenstaande is wellicht verhelderend omtrent de herkomst van clichés over licht en kleur. Hopelijk inspireert het tot een weldoordacht kleurgebruik in de toekomst.

    Korte biografie van Annette de Bock
    Afgestudeerd aan de Vrij Universiteit te Amsterdam in het vak Kunstgeschiedenis, met als specialisatie theaterdecors en –kostuums in de 20e eeuw. In het vervolg hierop verschillende werkzaamheden, variërend van productie en publiciteit voor dansgroepen tot coördinatie van kunstuitlenen. Sinds september 1988 werkzaam voor Hans Wolff & Partners BV.

    Terug

LID WORDEN