• Cabaret in Carré: “Iedereen praat over Broadway, maar het staat hier groter!”, Thijs Gennissen, Zichtlijn 7, oktober 1989

    Na het succes van A Night at the Cotton Club staat de volgende musical alweer op de planken van Carré. Ditmaal is het Cabaret, samen met Sweet Charity de musicals die dit theaterseizoen door Joop van den Ende worden uitgebracht.

    Tot 29 oktober a.s. speelt Cabaret in Carré, daarna tot eind mei 1990 in 23 theaters in Nederland en België.

    Grootste musical
    “Cabaret is de grootste musical tot nog toe in Nederland”. Aan het woord is Geert Brans, die na Barnum ook deze kluif heeft aangepakt.

    Met een eigen technische staf van 13 medewerkers en 8 theatertechnici werkt hij dagelijks aan deze productie. Vijf trailers met kostuum-, decor-, licht- en geluidsmaterialen gaan straks mee naar de theaters in het land. Maar niet alleen in technisch opzicht is deze voorstelling groot: een cast van 24 spelers, 16 musici, een creatief en een productieteam maken van deze musical een zwaargewicht. Zeven miljoen gulden kost deze productie. “De Nederlandse versie is groter dan die van Broadway”, zegt Geert met gepaste trots. “De Amerikanen komen dit seizoen kijken hoe wij zo’n product opzetten en draaien, en dat wil wel wat zeggen”.

    Decor
    Na het zien van diverse Cabaret-voorstellingen in de Verenigde Staten en Europa, koos het creatieve team voor het Amerikaanse concept, waarna decorontwerper Misjel Vermeiren aan de slag kon. Bijna het hele decor is nieuw gebouwd, slechts één plateau ten behoeve van het orkest is overgenomen van de musical Zeldzaam. Het paradepaardje van het decor, de Kit Kat Klub, is een rolwagen van 12m breed, 4,5m diep en 7,5m hoog, die zo’n 3500 kg weegt. In de Amerikaanse versie staat deze Kit Kat Klub vast, maar de Nederlandse versie rijdt op 24 wielen, aangedreven door een 1.5 pk elektromotor. Op de bovenverdieping van deze rolwagen bevindt zich het orkest van 16 personen en hun apparatuur. Vandaar dat het technische team gekozen heeft voor een bijzondere opbouw van deze rolwagen. Tegelijkertijd en afzonderlijk worden de beneden- en de bovenverdieping op de toneelvloer gebouwd. Op de bovenverdieping wordt eveneens alle geluidsapparatuur en instrumenten, inclusief multikabels geplaats. Dan wordt door middel van vier lieren de bovenbouw, ongeveer 2000 kg omhoog gehesen en de benedenverdieping eronder gezet.

    In deze productie wordt verder van meerdere rolwagens gebruik gemaakt. Daar wordt dan ook een speciale masonietvloer voor gelegd. In Carré worden 32 trekken gebruikt voor diverse vakken, een spiegel, lichtbakken en 12 lichttrekken, bij elkaar zo’n 3000 kg. aan kluiten.

    De decorconstructiewerkzaamheden werden naar volle tevredenheid verricht door de firma Oudt uit Sybekarspel (NH), en de decoratie door Jaap Nauta uit Amsterdam.

    Licht
    Voor deze productie heeft de Amerikaanse lichtontwerper Marc B. Weiss voor veel zoomspots gekozen. In overleg met toeleverancier Jansen en Jansen (Halfweg) is gekozen voor een voor Nederland nieuw merk: Selecon.

    Dit merk uit Nieuw-Zeeland levert verschillende typen lichtarmaturen. Wellicht kan Jansen en Jansen ons daar in de volgende Zichtlijn wat meer informatie over geven. De volgspots die bij Cabaret gebruikt worden zijn van Amerikaanse makelij, t.w. Lycians HMI. Met dimmers van Avolites en een Lee Colotran 3000-lichtcomputer, aangevuld met 3 volgspots, neemt het gezelschap onder leiding van lichttechnicus Harry de Vries het leeuwendeel van het licht voor zijn rekening. Maar de lichttechnicus van het theater mag met de zaalschijnwerpers altijd nog zo’n 310 lichtstanden maken.

    Rouleren
    Voor Geert Brans is het cue-boek nu nog heilig. “En dat duurt nog wel even”, zo laat hij weten. Door middel van een infrarode camera kan hij perfect zien, of de changementen met open doek in de black-outs uitgevoerd zijn. “Eigenlijk apparatuur die je in elk theater zou moeten hebben”.

    De cues zitten nu na de première al aardig vast. En er komen nog zo’n 230 voorstellingen. Gaat de verveling dan niet toeslaan? “Dat klopt”, zegt Geert, “Daarom gaan we na een tijdje ook rouleren. Een volgspotter komt bijvoorbeeld naar het toneel, afhankelijk ook van de persoonlijke interesse. Op deze manier raak je ook meer betrokken bij wat een ander doet, ze worden meer allround, en in geval van ziekte kan je de open plaats makkelijker invullen. Dit hebben we trouwens bij Barnum vorig seizoen ook al gedaan”. Nieuw in ons team is de persoon van de “troubleshooter”. Een manus-van-alles, die zowel op het gebied van licht, geluid en decor z’n mannetje moet staan bij technische mankementen tijdens de voorstelling. Als vaste taak heeft hij de controle over de 10 zenders”.

    Meer muzikant dan geluidstechnicus
    Toen ik de voorstelling voor de eerste keer zag vanuit de zaal, was er een moment waarop ik enorm schrok. Een ruit werd ingegooid. Dat de ruit van suikerglas was, er tegelijkertijd een bierglas in een emmer werd gegooid en dit ook nog door een microfoon werd versterkt, wist ik toen nog niet.

    “Ik ben geen geluidstechnicus, maar een geluidsontwerper, een lid van het creatieve team”. Aan het woord is Cees Wagenaar, via Boulevard of Broken Dreams naar Herman van Veen, vorig jaar Barnum en nu Cabaret. Hoe is hij in het geluidsvak terecht gekomen? Cees: “Ik bemoeide me met tractoren voor het vervoer van een show, een andere jongen kocht een geluidsinstallatie van 10.000 gulden van het gezamenlijk verdiende geld.

    Op een gegeven moment stond er iemand voor een microfoon maar je verstond hem niet. Ik wist van thuis BASS is BOEBOEB en TREBLE is SSTTT en dat stond ook op dat ding. En de volgende dag kwam er een bandje met 9 microfoons. Je moet als geluidsmixer meer muzikant dan technicus zijn”. Zijn grote voorbeeld en leermeester is de Engelsman Martin Levan, geluidsontwerper voor o.a. de producties van Andrew Lloyd Webber.

    Hoofdtelefoons voor de musici
    Voor Cabaret maakt Cees Wagenaar geen gebruik van monitoren voor de musici, maar van open hoofdtelefoons. “Dat kost wat overredingskracht, maar met goede argumenten…” Ook hij gebruikt een gigantisch cue-boek, waarin alle aantekeningen opgenomen zijn over orchestratie, hoe microfoons zich ten opzichte van elkaar gedragen, of mensen hard gaan schreeuwen, of iemand off-stage geluid maakt, enz.

    “Bij Barnum had ik het boek na 10 voorstellingen niet meer nodig, bij Cabaret duurt het denk ik iets langer”. Draait de voorstelling, als Cees er niet is? “Da’s duidelijk ja, dan draait hij niet! Maar het ziet er wel naar uit dat ik iemand ga inwerken die het eventueel kan overnemen”.

    Voor deze musical gebruikt hij o.a. Apogee-boxen, Crest-versterkers, JBL Control 1-speakers als fill-in voor de voorste rijen, en 16 AXYS-boxen voor de balkons. Op de Yamaha 3000-mixer worden o.a. AKG CK9-, AKG CK8-, Crown PCC-microfoons en 10 Samson-zenders (177-200 Mgz) aangesloten. Al deze door Cees Wagenaar gekozen materialen worden door Focus Show Equipment geleverd.

    Cabaret
     

    Cast
    Willem Nijholt, Alexandra van Marken, Theo Nijland, Lia Dorana, Guus Verstraete sr., Erik Burke, Irene Kuiper, Ger Smit, e.a.

    Regie
    Scott Faris

    Choreografie
    Bonnie Walker

    Muzikale leiding / Arrangementen
    Maurice Luttikhuis

    Decorontwerp
    Misjel Vermeiren

    Lichtontwerp
    Marc B. Weiss

    Geluidsontwerp
    Cees Wagenaar

    Producent
    Joop van den Ende

    Uitvoerende producent
    Robin de Levita

    Productieleiding
    Anke Taverne
    Marianne van Wijnkoop

    Production stage manager
    Geert Brans

    Inspiciënten
    Jeroen de Goei
    Harry van Hees
    Hans Krabben
    Rood Wunnink

    Belichter
    Harry de Vries

    Volgspots
    Linda Hoogewoning
    Richard Drubbel

    Cabaret draait nog tot en met zondag 29 oktober in Koninklijk Theater Carré (niet op maandag), daarna tournee door Nederland en België.

    Terug

LID WORDEN