• Vervroegde pensionering?, Dhian Siang Lie, Zichtlijn 12, augustus 1990

    In Zichtlijn nr. 11, juni 1990 stelde Chris Lievaart in zijn interview met Gerard Voskuilen de vraag of er toch niet eens gesproken zou moeten worden over het recht voor theatertechnici om met 55 jaar met pensioen te gaan.

    Dit op basis van het gegeven dat een theatertechnicus onder vaak zware arbeidsomstandigheden moet werken. Dhian Siang Lie stelt in zijn reactie hierbij enige vraagtekens.

    Het artikel van Chris Lievaart over Gerard Voskuilen geeft mijns inziens een goed beeld hoe inderdaad generaties theatertechnici in Nederland meegekregen hebben om het publiek tot in de verste uithoeken van het land toneel, concerten, shows, operette, dans, mime en opera te brengen.

    De vraag is natuurlijk of de huidige werkomstandigheden vergelijkbaar zijn met die van de generatie Voskuilen, Heinz, Van den Haspel, Hofstra, enzovoorts. Er is immers in de loop van de tijd veel verbeterd op het gebied van de arbeidsomstandigheden in de theaters en zalen en de technische middelen. De programmering van de reisgezelschappen is niet meer vergelijkbaar met die van 35 jaar geleden evenmin als het aantal technici per productie.

    Natuurlijk zijn de decors groter en gecompliceerder geworden, wordt er meer licht- en geluidsmateriaal meegesleept en zijn de eisen en verwachtingen van directies en publiek veel hoger dan voorheen. Toch zijn de arbeidsomstandigheden aanzienlijk verbeterd.

    Chris Lievaart lijkt zijn artikel af te sluiten met een pleidooi voor pensionering van theatertechnici op 55-jarige leeftijd, waarbij hij de zware arbeidsomstandigheden als argument gebruikt. Dat de generatie die vaak 25 jaar of meer onder die omstandigheden gewerkt heeft op die leeftijd met pensioen moet kunnen, ondersteun ik van harte. Werkgevers, ex-werkgevers, WVC en Sociale Zaken zouden daar onmiddellijk iets aan moeten doen. Deze generatie heeft het immers mede mogelijk gemaakt dat er nu zo veel theater in ons land gemaakt wordt en kan worden, en dat de arbeidsomstandigheden verbeterd zijn voor de huidige generatie.

    Maar vervroegde pensionering voor alle technici als regel vind ik nu een foute inzet van energie. Moet deze energie niet juist ingezet worden voor een verdere verbetering van de arbeidsomstandigheden? Voor betere medische, sociale en personele begeleiding? En voor betere opleidingen, bijscholing, cursussen en dergelijke?

    Chris Lievaart heeft de discussie geopend. Ik hoop dat ik door mijn stellingname de discussie verder heb gedragen. Wie volgt?

    Terug

LID WORDEN