• Welzijn en gezondheid in het theaterbedrijf, John Lakwijk, Zichtlijnen 27, februari 1993

    Technici in theaters werken met technici van gezelschappen. Daarbij praten ze met elkaar en bespreken elkaars problemen. Bij de commissie voor aanbevelingen van veiligheidsvoorschriften leidt de inhoud van dergelijke gesprekken nog al eens tot verbazing.

    Van zo’n gesprek zouden wij u in dit artikel deelgenoot willen maken.

    Stappen
    “Zo, gisteravond nog even op stap geweest?”, grapte ik tegen een technicus van een reizend gezelschap dat het theater waar ik werkzaam ben bezocht, omdat de betrokken technicus er redelijk vermoeid uitzag.
    “Nee weinig geslapen”, was het antwoord, “en dit is al de derde korte nacht”.
    “Waar komen jullie dan vandaan?”
    “Van x, net over de grens”.
    Het bleek dat deze technicus het moeilijk had met dit gesprek dus werd hij verder met rust gelaten en werd hem een kop koffie aangeboden.

    Ingestort
    Bij de losplaats aangekomen bleek de vrachtwagen nog niet op zijn plaat te staan en na veel moeite konden we een dik kwartier later pas gaan lossen. Zo terloops werd aan de chauffeur van de vrachtwagen gevraagd hoe het kwam dat het zo lang duurde voor de wagen klaar stond. “Ik rij pas op deze wagen, de chauffeur die bij deze voorstelling was, is eergisteren ingestort”. Hoewel wij in ons theater heel wat gewend zijn begon ik mij toch af te vragen hoe het zover heeft kunnen komen. De oorspronkelijke chauffeur was tevens technicus bij de voorstelling dus na een dag bouwen, voorstelling en afbreken moest hij het decor naar het volgende theater brengen zodat de volgende dag hetzelfde ritueel zou kunnen beginnen.

    Druk
    Het bleek dat de betreffende voorstelling is verkocht aan alle theaters en zalen die maar belangstelling hadden, er werd geen rekening mee gehouden of zij technisch goed zijn ingericht. Een zaal die niet goed ingericht is of waar geen of onvoldoende geschoold personeel aanwezig is, vraagt extra inzet en concentratie van de reizende technici. En dat was nog maar het eerste probleem. Wanneer de toneelruimte kleiner is dan de minimummaat van het decor, zal het decor aangepast moeten worden. In dit geval betekende dat het weglaten van een aantal schorende vakken. Om het overgebleven decor toch overeind te houden moest het provisorisch aan trekken vastgemaakt worden. Veilig? Vergeet het maar want er is daartoe geen enkele voorziening getroffen. Zo loopt de werkdruk meer en meer op. De hoeveelheid werk die deze voorstelling in een groot theater nodig heeft, bedraagt al zo’n 8 uur en als daar nog bijkomt dat je constant op je hoede moet zijn dat je geen trek op je hoofd krijgt, wordt er een flinke aanslag gedaan op het welzijn van de technicus. Door de vermoeidheid die dan ontstaat lopen niet alleen de technici van het gezelschap maar ook de aanwezige technici van het bezochte theater risico.

    Uren
    De speellijst van deze voorstelling verraadt dat er binnen 12 dagen 11 voorstellingen worden gegeven zodat er 1 vrije dag overblijft. In deze speelperiode wordt ruim 2500 kilometer afgelegd, gemiddeld 225 kilometer per dag. Als we naar aanleiding van deze gegevens de uren gaan uitrekenen komen we op het volgende uit:

    240 km per dag                                                                                                              4,5 uur
    voorstelling bouwen inclusief lunch en diner                                                 10 uur
    speelduur voorstelling                                                                                                              3 uur
    voorstelling opruimen                                                                                               2 uur

    totaal                                                                                                                                 19,5 uur

    nachtrust                                                                                                                          4,5 uur

    Arbowet
    Als we deze gegevens bekijken aan de hand van de Arbowet dan lezen we in artikel 5, 6, 8 en 16 van het Werktijden Besluit Restgroepen dat:

    • Een werkdag uit maximaal 10 werkuren mag bestaan,
    • Er maximaal 2 keer per week 12 uren op een dag gewerkt mag worden,
    • Het aantal werkuren per week 55 in totaal zou moeten zijn,
    • Er na iedere werkdag 10 uren nachtrust moeten volgen,
    • Er na iedere week een aaneengesloten vrije periode van 36 uur moet zijn.

    Wanneer je uitgaat van de cao voor het gesubsidieerde toneel blijkt dat er in één week maximaal 60 uur gewerkt mag worden en per maand niet meer dan 240 uur. Het aantal nachtrustoverschrijdingen (minder dan 10 uur nachtrust) beperkt zich tot 10 per 2 maanden.

    In de Arbowet staat bovendien dat de werkgever (in dit geval de producent) verplicht is zorg te dragen voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemer (de technicus in dienst van de producent)  en het werk zo moet inrichten dat er geen gevaar ontstaat voor veiligheid, gezondheid en welzijn (hoofdstuk II, art. 3 en hoofdstuk IV, art. 24).

    Het hier beschreven incident blijkt niet een op zichzelf staand geval. Leden van de Kunstenbond FNV hebben een gelijksoortig verslag kunnen lezen in hun ledenbrief. Voor de goede orde dient vermeld te worden dat dat verslag betrekking had op een andere groep technici bij een andere productie dan de bovenstaande situatieschets.

    Iedereen die een contract moet tekenen bij een gezelschap, een producent of een dergelijke instelling moet zich er van bewust zijn dat de Arbowet is om de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van ons allen te beschermen en dat de Arbowet onderdeel is van Het Nieuw Burgerlijk Wetboek. In dat wetboek staat de zorgverplichting vermeld van de werkgever. Iedereen die hier meer over wil weten zou ik willen verwijzen naar het artikel ‘Veiligheid en aansprakelijkheid’ van Pauline Beran in Zichtlijnen 21, februari 1992.

    Terug

LID WORDEN