• Rob’s Prop Shop: Van rijdende pianokrukken tot kinderlijkjes, Ed Beentjes, Zichtlijn 7, oktober 1989

    In het ‘werkgebouw’ ’t Veem in Amsterdam bevindt zich te midden van allerlei bedrijven en bedrijfjes het rekwisietenatelier van Rob Hillenbrink (33) en Broes Terwey (27). Hoe zijn zij begonnen en wat gebeurt er zoal in een ‘prop shop’?

    Rob Hillenbrink werkte tot ca. 2 jaar geleden in vast dienstverband bij De Nederlandse Operastichting als 1e rekwisiteur. Zijn besluit om als zelfstandige verder door het leven te gaan en een rekwisietenatelier te beginnen licht hij als volgt toe. “Het werk bij de Opera begon bijna ongemerkt te veranderen in een kantoorbaan. Eerste rekwisiteur zijn op zo’n afdeling met zo veel mensen betekent veel papierwerk. Dat werd me te veel rompslomp. Ik wilde gewoon lekker bezig zijn, dingen maken”.

    Broes Terwey werkte hiervoor als freelance decorbouwer, inspiciënt en rekwisiteur bij gezelschappen als Persona en Taller en bij incidentele producties. Zijn medewerking als rekwisiteur aan Civil WarS van de Opera was het begin van de samenwerking. Rob: “Ik had er in die tijd toevallig een klus naast. We besloten dat samen te doen en gingen op zoek naar werkruimte. We konden deze fantastische plek in ’t Veem huren en gingen aan de slag. Omdat die ruimte zo weinig kostte, hebben we ‘m daarna aangehouden voor andere klussen. Dat werden er in een half jaar tijd steeds meer. Op een gegeven moment dachten we: dit is eigenlijk gieren, lachen, brullen. What the hell! We worden zelfstandig!”

    Robert Wilson
    Het verwerven van opdrachten bleek vanaf het begin geen probleem. Er bleek duidelijk behoefte te bestaan aan een dergelijk bedrijf. De opdrachtgevers komen overigens beslist niet alleen uit de theaterwereld, ook de reclamewereld maakt veel van hun diensten gebruik. Hoe ligt die verhouding ongeveer? “Ik zou denken fifty-fifty”, zegt Rob, “Het hangt er sterk van af in welke periode van het seizoen je zit. Het is ook moeilijk te zeggen wat leuker is, het zijn twee verschillende manieren van werken. ’t Prettige van theater is dat men niet met de eenvoudige klussen komt, want die maken of kopen ze zelf. Wij krijgen het meer gespecialiseerde werk. Voor theaterwerk heb je in het algemeen meer tijd en weinig geld. Bij reclame is het precies andersom. Dat is altijd haastwerk: ’s ochtends bestellen, ’s middags afleveren. Maar het brengt meer op. Die financiële ruimte kan je mooi gebruiken om eens op onderzoek uit te gaan en te experimenteren met materialen”.

    Een prachtig voorbeeld van gespecialiseerder werk voor het theater zijn de zes reptielen, die Rob’s Prop Shop heeft gemaakt voor The Forest, een productie van Robert Wilson, die in 1988 in première ging in de Volksbühne in Berlijn. Het zijn eigenlijk kostuums, waarin 6 dansers gedurende een scene over het toneel kruipen. Deze hagedisachtige kostuums zijn gemiddeld 3 meter lang en griezelig realistisch. Hoe kom je nu aan zo’n opdracht en hoe wordt die aan je gepresenteerd?

    Broes: “Achteraf bleek dat Wilson en zijn ontwerpers op ons geattendeerd waren door een ontwerper van de Opera, met wie Rob had samengewerkt. De opdracht klonk in ieder geval heel simpel: de ‘kostuums’ moesten er uitzien als reptielen, maar dan uitvergroot, en er moesten mensen in kunnen om ermee rond te kruipen”. Uiteraard bleken er wat haken en ogen te zitten aan deze vraag. Rob hierover: “Er zit een gigantisch flexibiliteitsprobleem in. Reptielen zijn schubbenbeesten. Die schubben zien eruit als een pantser, maar schuiven mooi soepel over elkaar heen. Je moet dus materiaal zien te vinden, dat eruit ziet als een pantser, maar flexibel is, want als je de romp van zo’n reptiel maakt – dat is bijna een koker – en je moet er in kunnen bewegen, dan kan je geen plooien hebben. Die plooiruimte moet je zien weg te werken.”

    Flexibele schuimen
    Het bleek een bijzonder arbeidsintensief karwei te zijn. Er werden mallen van schubben gemaakt, waarna deze stuk voor stuk in een flexibele schuimsoort werden afgegoten. Vervolgens werden ze op stof geplakt en aan het basiskostuum, een op maat gemaakte katoenen overall, bevestigd. Hierdoor werd de flexibiliteit in het kostuum gewaarborgd. Na een lange zoektocht naar de juiste schuimsoort werd tenslotte toch gebruik gemaakt van een gewone soort, die bij Poly-Service te koop is. “Maar”, zegt Rob, “we zijn onderweg wel tot de ontdekking gekomen dat je in de orthopedische industrie veel interessante materialen kunt vinden, zoals vleesvervangende schuimen, hardschuimen, en rubbersoorten. Eigenlijk is het een heel goede toeleveringstak voor  het theater!”

    De flexibele schuimen worden o.a. gebruikt om prothesen van ledematen te maken of voor aansluitstukken op die prothesen. Met de vleesvervangende schuimen kan men grove verminkingen wegwerken, waarbij het dan niet zozeer om de kleur gaat als wel om de vraag hoe dicht het vlees benaderd wordt qua zachtheid en flexibiliteit. Ook de PUR-schuimen (polyurethaan) uit de orthopedische industrie bieden nieuwe mogelijkheden. Sommige zijn zo hard dat je er een spijker in kunt slaan.

    Nu zij zelfstandig werken zijn zij nog zelden betrokken bij de theatervoorstellingen waarvoor zie iets gemaakt hebben. Het gaat ze soms wel eens aan het hart te zien met hoe weinig respect er met hun spullen wordt omgesprongen. “De reptielen voor Berlijn”, vertelt Broes, “hadden we netjes per stuk in een doos verpakt, want ze waren kwetsbaar. We zijn ze vrijwel direct achterna gereisd om er in Berlijn de laatste hand aan te leggen. Toen we daar aankwamen, hadden ze het al voor elkaar gekregen om alle 6 beesten in één doos te proppen. Dan moet je wel even slikken”.

    Op de vraag of ze in de dagelijkse praktijk een onderlinge werkverdeling hanteren, antwoorden ze beiden heel duidelijk: nee! Gaandeweg blijken er toch verschillen te zijn in bepaalde vaardigheden. “Broes is technischer dan ik”, zegt Rob, “hij is meer thuis in elektronica en motortechnieken e.d. Maar kleien en schilderen, dus wat de kleuterklas doet, dat doe ik”. Broes bevestigt dit: “Ik kan absoluut niet schilderen (hilariteit), maar we sluiten prima op elkaar aan”.

    Wij maken alles
    “Het principe in het rekwisietenvak is, dat je alles moet kunnen, maar het is godsonmogelijk dat één iemand alles kan. Dus is samenwerking op deze manier perfect. Je redt het niet met alleen maar vormgeving of timmeren of met kunststoffen werken. Een collega van ons moest een ijscokar maken. Schilderen kan hij niet, daar moest hij iemand voor inhuren. Hij kan ook niet lassen, dus dat werd uitbesteed. Dat kost allemaal veel tijd en geld. Als je zelf kunt lassen en draaien e.d. kan je ook snel een prototype van iets maken het uitproberen. Want dat is altijd de grote vraag: Werkt het wat ik bedacht heb?”

    Ijzer-, hout- en kunststofbewerking, modelleren, beeldhouwen, dat alles kan op het atelier (150 m²) zelf gedaan worden. Behalve zeefdrukken en vacuumtrekken blijven er maar weinig zaken over waarvoor bij de buren of andere bedrijven moet worden aangeklopt. Maar de zeefdrukker zit ook in ’t Veem, en een vacuumtrekmachine is het eerste wat er aan het toch al imposante machinepark zal worden toegevoegd.

    De concurrentie op hun terrein is in de reclame- en filmwereld groter dan in het theater. In het eerste geval betreft het meestal mensen die gespecialiseerd zijn in één of twee dingen, bijvoorbeeld schaalmodellen, en “die komen aan meisjeslijken, beestenpakken, compleet geslachte koeien, rijdende pianokrukken, en 9 meter lange schroevendraaiers niet toe”, zegt Broes.

    Wat het theater betreft zijn er dan wel de decorateliers die ook de kleinere dingen erbij doen, maar een echt allround rekwisietenatelier is toch tamelijk uniek. Rob: “Waar ligt trouwens de grens tussen rekwisieten, kostuums en decor? Waar houdt het op en waar begint het. Wij zeggen: het houdt niet op en het begint niet. Zo ver willen wij gaan. Als we een folder hadden gemaakt, hadden we erin willen zetten: U kunt het zo gek niet bedenken of wij maken het!”

    Siliconenrubber
    Wacker-Chemie Nederland BV
    Zaanweg 63
    Postbus 88
    1520 AB Wormerveer
    tel. 075-288511

    Poly-Service
    Hoofdkantoor:
    Hoogeveenenweg 83
    2913 LV Nieuwkerk a/d IJssel
    Postbus 160
    2910 AD Nieuwkerk a/d IJssel
    tel. 01803-14777

    Filiaal:
    Archimedesweg 64
    1098 JS Amsterdam
    tel. 020-654569

    Frencken Kunstoffen BV
    Straevenweg 1
    Postbus 428
    6000 AK Weert
    tel. 04950-36870

    Houtlijmen, kleefstoffen, rubber pasta’s e.d.
    Rousselot-Roonchemie, Chemische Fabriek en Laboratorium B.V.
    Molenvlietstraat 1
    Postbus 22
    5140 AA Waalwijk
    tel. 04160-35341

    PUR-schuimen e.d.
    Joh. Th. Schulte B.V.
    Portsmuiden 17
    1046 AH Amsterdam
    tel. 020-118455
    fax 020-115388
    voor: Degussa

    Terug

LID WORDEN