• Showlight 1989, Louis Janssen, Nieuwsbrief 6, augustus 1989

    Van 15 t/m 17 mei vond het door The National Illumination Committee of Great Britain georganiseerde Showlight ’89 plaats in de studio’s van het NOB in Hilversum. In één van deze studio’s viel ook een beurs te bezoeken.

    Aanwezig waren daar o.a. Controllux, Corné, Flashlight, Siemens, Osram, Philips, Rollight, Smallenbroek, Arri Lee Colortan, Strand, Rosco en Vari*Lite.

    De 250 deelnemers uit 25 landen konden op 16 en 17 mei een groot aantal lezingen volgen. De thema’s van deze lezingen werden telkens door 3 à 4 sprekers nader toegelicht. Louis Janssen was er bij en maakte, om een idee te geven waarover het op deze goed georganiseerde Showlight ging, een korte samenvatting.

    16 mei
    De eerste gastspreker op deze dag is Bill Klages, lighting consultant in LA, met als ontwerp: television yesterday, today and tomorrow. Hij geeft aan de hand van dia’s een aantal voorbeelden van de stand van zaken in de belichtingstechniek voor tv anno 1989. Prachtige beelden van de viering van de Bicentennial in Washington, m.n. van The Phantom of the Opera, met bewegend licht, trussen, winches en volgspots. Hij geeft vervolgens aan dat je niet altijd de regels moet volgen, maar op intuitie af moet gaan. Simpels is niet altijd het beste, maar te veel is erger.

    Aan de hand van een vergelijking van oude en moderne apparatuur pleit hij voor verbetering, niet door veel aandacht te besten aan bijvoorbeeld het verkleinen van dimmers maar aan verbetering van kwaliteit. Hij vindt ook dat lichtcomputers te gecompliceerd worden. Zijn boodschap is “Keep it simple”.

    Aansluitend begint lezing 1 met als thema: Performances.

    Anthony Bowne: Lighting for dance. Anthony Bowne is een lichtontwerper, gespecialiseerd in dans, uit Londen. Hij vindt dans een dankbare vorm van theater voor belichten. Meestal is er geen geld en geen ruimte voor decor, dus moet het licht het decor zijn. De kleur moet de actie bevestigen. De lichtveranderingen zijn belangrijk, niet de uiteindelijke stand.

    Béla Gotz: Light in the New Hungarian Musical. Hij heft een film die door problemen bij het overzetten van de Oost-Europese tv-standaard naar de Nederlandse in zwart/wit is. Er zijn heel interessante beelden te zien van enkele grote Hongaarse producties binnen en buiten.

    Paul van den Bos: Filmlighting in Holland. Van den Bos laat een stuk film zien uit de documentaire Werken aan een droom over de opname van de Friese film De Dream. Vanwege de kleine filmindustrie in Nederland is voor hem het werken aan commercials belangrijk. Het idee is voor hem het belangrijkste, niet de apparatuur. Hij toont een aantal van die commercials, waarvan er twee zelfs geheel zonder belichtingsapparatuur zijn opgenomen.

    Keith Reed: Period Television Lighting. Keith Reed is Lighting Director bij Central Television in Engeland. Hij vertelt een verhaal over het verkrijgen van oude belichtingsapparatuur voor een televisieserie, die zich afspeelt in filmstudio’s uit het begin van de filmindustrie. Hij toont beelden van prachtige oude spots, statieven e.d. Ook door de anekdotes over hoe hij af en toe aan die spullen kwam is het een grappige lezing.

    ’s Middags is Hans Wolff de tweede gastspreker met als onderwerp: Rembrandt versus Superman. Hij vertelt dat je zonder licht niets ziet en dat je door licht te manipuleren de wereld kunt veranderen. Hij vindt dat we tegenwoordig geconfronteerd worden met erg veel technologie. Ook pleit hij ervoor dat er bij het lichtontwerp al rekening wordt gehouden met het combineren van theater- en tv-licht. Verder meent hij dat er betere opleidingen voor technici en lichtontwerpers moeten komen. Te veel mensen leren het vak in de praktijk. Over architectonisch belichten vertelt Wolff dat je goed moet weten wat je doet en dat het geen vakgebied is voor jonge ontwerpers maar voor ervaren mensen.

    Hierna begint lezing twee: Special Rigs.

    Steve Kemp: The Lee Towers Gala of the Year. Hij vertelt over de problemen die hij tegenkwam bij het lichtontwerp en vooral bij het ontwerp van de bewegende trussen. Steve toont dia’s van dit spektakel en van de opbouw van de 6000 kg zware stervormige truss met een doorsnee van 24 meter.

    Henk van der Geest: Lighting Desing for touring theatre productions. Van der Geest vindt dat elk publiek recht heeft op dezelfde voorstelling als op de première. Dit wordt bemoeilijkt doordat ieder theater andere apparatuur heeft. Theaters zouden gebruiksvriendelijk moeten zijn en flexibel. Gezelschappen nemen vaak een eigen lichtcomputer met standen en al mee. Mogelijkheden om het reizen efficiënter te maken zijn: het orgel van het gezelschap gebruiken om de dimmers van het theater aan te sturen, lichtstanden in een database in een pc stoppen en daarmee het lichtorgel van het theater laden, gebruik van een softpatch. Doordat steeds vaker meerder lichtcomputers samen moeten werken is synchronisatie gewenst, er zou een mogelijkheid moeten komen om computers te koppelen.

    John Farr: The best from the BBC. Hij laat een compilatie zien van programma’s van de BBC die genomineerd zijn geweest voor een Award en vertelt het een en ander over de belichting ervan.

    John Henshall: Wrecktech Lighting. Henshall moest het lichtontwerp verzorgen voor een serie programma’s voor een commercieel tv-station in Engeland, maar er was geen geld. Hij is toen op zoek gegaan naar alternatieve belichtingsapparatuur zoals: zonnebank-tl’s in plaats van HMI, lampen inbouwen in vuilnisbakken, winkelwagentjes als lampdolleys etc.

    De volgende serie heeft als titel: Controlling Light.

    Philip Edwards: A good operator and a cheerful operator. Edwards vindt dat mensen die een handkast bedienen meestal meer aandacht hebben voor de voorstelling dan mensen die een computerkast bedienen, de laatsten willen volgens hem alleen maar op een ‘go’ knop drukken. De meeste computers zijn te gecompliceerd, om eenvoudige handelingen te verrichten moet je op te veel knoppen drukken; 95% van de features op een kast worden zelden of nooit gebruikt.

    Thomas Buder (Siemens): Small but powerfull. Buder schetst een aantal ontwikkelingen op lichtcomputer gebied zoals: special effects, individuele tijden, muis, RAM-kaarten en grafisch tablet. Hij vindt in ieder geval dat de beschikbare technieken de mens moeten ondersteunen en niet moeilijker moeten maken.

    Dennis Irving: Almost decentralised dimming. Irving vertelt dat de meeste theaters in Australië multifunctionele gebouwen zijn met evenementen in verschillende ruimtes. Daardoor is er nu een ontwikkeling dat steeds vaker de dimmers decentraal staan opgesteld., zo dicht mogelijk bij de spots. Samen met de 3-fase voeding gaat er naar ieder lokaal dimmerpack een DMX-512 stuurkabel. Ook wordt er vaak een seperate matrix gebruikt om dimmers naar kringen te patchen.

    Tim Burnham: Lighting control via graphic devices. Burnham vertelt dat CAD-paketten (Computer Aided Design) voor pc’s steeds goedkoper en beter worden. Het is voor de mens nog altijd het makkelijkste om visueel, aan de hand van bijvoorbeeld een tekening, te denken. Vervolgens vertelt hij hoe het mogelijk is om met AutoCad op de pc een belichting voor te bereiden en dat dan in de lichtcomputer in te lezen.

    17 mei
    De gastspreker van deze ochtend is Paul Beeson met als onderwerp: Lighting for the big screen. Beeson ontwerpt licht voor film. Hij wandelt door de evolutie van lampen, vanaf zonlicht om decors mee te belichten via koolspitsen naar HMI e.d. Hij laat een aantal fragmenten zien van zijn nieuwste film en vertelt hoe hij bepaalde sferen heeft gekregen en wat voor belichtingsproblemen hij tegenkwam.

    De eerste sessie heeft als thema: Art and Science.

    Lee Watson: Trends in lighting education worldwide. Watson vertelt dat een geode opleiding niet altijd leidt tot topontwerpers, maar het helpt wel. Niet alles kan geleerd worden, zoals smaak en samenwerken met andere mensen.

    Gopal S. Darbari: TV studio-lighting systems in India. Aan de hand van beelden laat Darbari ons zien wat er vanaf 1959 allemaal veranderd is in de Indiase tv-studio’s. De apparatuur is vrij primitief en meestal van Indiase makelij, maar ook daar staat de techniek kennelijk niet stil.

    David Taylor: The light of tomorrow. Taylor, een Engelse lichtontwerper, vertelt dat we in een videogeneratie zitten. We zijn gewend aan goed geproduceerde videoclips. Uit deze generatie ontstaat de volgende toneelgeneratie. Dus, denkt hij, het toneel van de toekomst zal bestaan uit korte, pakkende scènes. Hij vindt ook dat belichten te vaak wetenschappelijk of elektrotechnisch wordt benaderd en te weinig artistiek.

    Annette de Bock: Different ways to look at colour. De Bock vertelt dat kleur meer invloed op de mens heeft dan we denken. Ze laat aan de hand van dia’s beelden zien van een project waarbij schilderingen, geschilderd met speciale verf, onder invloed van licht drastisch van kleur veranderen waardoor er geheel nieuwe tekeningen ontstaan. Ze gaat ook nog in op de kleurcirkels van o.a. Newton, Goethe en Rudolf Steiner die ieder de kleurenleer vanuit een andere hoek benaderen.

    Om 12 uur begint de volgende serie lezingen met als onderwerp Light Sources.

    Dedo Weigert: New miniature luminaries. Weigert vertelt dat hij altijd op zoek is geweest naar compacte lichtbronnen die hij kan verstoppen. De lichtbron zou egaal licht moeten geven en ver moeten kunnen reiken. Dedo Weigert heeft tenslotte zelf maar iets ontworpen, een systeem met 2 lenzen en een 100 W, 12 V lamp. Vervolgens demonstreert hij zijn product, de Dedo Light.

    Robert Menzies: Gobos and moving effects. Er zijn verschillende manieren om gobo’s te laten bewegen. De eerste is door een gobo te laten draaien. Een andere manier is een lineaire beweging: een gobo staat stil terwijl een andere op en neer beweegt, de zgn. gobo-yoyo (zie ill. P. 13). Weer een ander effect geeft de animation disk: een gobo zit in de spot en een andere draait voor de lens.

    Max Keller: How bright is cold. Keller vraagt zich af wat koud (licht) is. Hoe kan licht, dat heet is, nu koud zijn? Hij vergelijkt halogeen licht met ARC: de kleurtemperatuur van ARC is veel hoger (tot 8000 K), terwijl ook de lichtopbrengst veel hoger is (halogeen 28 Lm/W, ARC 100 Lm/W). Om deze redenen kiest hij, als hij koud licht nodig heeft, voor ARC.

    Harold Hofmann: The application of entertainment lighting techniques in the world of architecture. Hofmann geeft een aantal biologische en fysieke redenen waarom we licht nodig hebben. Hij laat een aantal voorbeelden zien van architectonische belichting van o.a. de uitbreiding van het Louivre en vertelt waarom men tot bepaalde oplossingen is gekomen. Hofmann besluit zijn betoog met de conclusie dat er één groot verschil is tussen theater belichten en architectonisch belichten: de eerste wil een illusie scheppen, terwijl de tweede iets wil onthullen.

    De volgende zitting heeft als thema: The development of moving light.

    Joe Tawill (GAM): The development of moving light. Tawill beschrijft de geschiedenis van het bewegende licht van volgspot, via de ontwikkeling van geautomatiseerd licht in tv-studio’s in de jaren ’50 en ’60 tot Vari*Lite in de jaren ’80. GAM heeft nu een apparaat gemaakt waarin je een spot kunt plaatsen en op die manier de beweging kunt controleren: Light Wiz.

    Susan Dandridge (Strand): The future of automated lighting design. Dandridge vindt dat geautomatiseerd licht een standaard stuk gereedschap moet worden in verschillende uitvoeringen: fresnel, profile, etc. Op dit moment is er veel research gaande naar robots. Veel van die knowhow kan toegepast worden voor geautomatiseerd licht. Ze geeft een demonstratie van een Strand Cadenza met een gemotoriseerde beugel, waarin een microprocessor zit. Het is volgens haar ook mogelijk om daar besturing op te bouwen voor focus, iris en kleurenwisselaar. Het geheel kan bestuurd worden door een pc of door een Galaxy 3.

    Brian Fith (Lee): Automated lighting systems. Fith geeft aan wat de problemen zijn met deze systemen. Hij vindt het grootste voordeel van geautomatiseerd licht de besparing op werktijd, en niet de effecten.

    Daryl Vaughan (Vari*Lite): The automated lighting company. Hij geeft een overzicht van de producten van Vari*Lite: VL2 spot met o.a. een 250 W HTI lamp, kleurtemp. 5600 K, mechanische dimmer, 9 gobo’s, 2 kleurenwielen met dichroïd filters 120 kleuren mogelijk, harde of zachte rand, variabele lichtvlekdiameter, 270⁰ tilt en 360⁰ pan. VL3 wash met o.a. 475 W, 53 V halogeen lamp, kleurtemp. 3200 K, elektronische dimmer, meer dan 1000 kleuren met 3 dichroïd filters, variabele lichtvlekdiameter met zachte rand. Vaughan heeft ook nog een primeur voor ons, de nieuwe VL2b spot met o.a. een 400 W HTI lamp, betere optiek en betere kleurverzadiging.

    De laatste sessie heeft als thema: Effects.

    Thadeusz Kreszowiak: Laser light on the theatre stage. Laser is monochroom, de straal heeft 1 kleur, en coherent, de straal verstrooit niet. Er zijn verschillende gaslasers, helium, helium neon, krypton, argon etc. Ieder gas veroorzaakt een andere kleur van de laserstraal. Er zijn ook lasers waarbij de keur van de straal veranderd kan worden door vloeistof in het gasmengsel te spuiten. Er volgen een aantal dia’s met voorbeelden van lasterprojectie (zie ill.).

    Michael Hall: Control of fog. Rook is een deel van het ontwerp en heeft eigenschappen die je allemaal meer of minder kunt beïnvloeden, zodat je verschillende effecten krijgt. Die eigenschappen zijn: dichtheid, duur, zwaarte, geur, kleur, snelheid en richting. Er volgt een demonstratie van beïnvloeding van die verschillende eigenschappen. Het draait bijna uit op een slapstick, omdat er van alles mis gaat.

    WilfSchott (LeMaitre): Pyrotechnics. Schott laat ons aan de hand van beelden een aantal grote shows zien waarbij pyrotechniek gebruikt wordt. Hij vertelt over de omstandigheden waarin pyrotechnici soms moeten werken, en over de veiligheidsproblematiek. Intussen laat hij, om zijn betoog kracht bij te zetten, af en toe ter plekke nog een aantal effecten afgaan.

    Tot slot worden er dan uiteraard nog enige dankwoorden gesproken en Showlight ’89 afgesloten. Ik wil daar nog aan toevoegen dat Showlight zeer de moeite waar was, met wel erg veel sprekers. Wat mij betreft hadden er wel een paar thuis mogen blijven zodat we wat dieper op een aantal zaken in hadden kunnen gaan, maar al met al was het heel boeiend.

     

     

    Terug

LID WORDEN