• Eén nummer voor alle theaterkaartjes, Frank Veerkamp, Zichtlijnen 56, januari 1998

    Op de Nederlandse podia wordt een rijk en gevarieerd aanbod aan theater gebracht. Voor het publiek is het echter niet altijd duidelijk waar en wanneer een bepaalde voorstelling plaatsvindt en hoe het makkelijk aan een kaartje kan komen.

    Als iemand op een bepaalde dag naar een bepaalde voorstelling wil en die blijkt uitverkocht, is het vaak mogelijk om een alternatief te bieden: dezelfde productie in een andere zaal, op een andere dag, of een andere productie in hetzelfde genre. Om de klant hierin goed te kunnen adviseren, moet je een goed overzicht over een zo groot mogelijk gedeelte van het aanbod hebben. De Stichting Promotie Theater- en Concertbezoek ontwikkelt in samenwerking met het Amsterdams Uit Buro het Kaartverkoop Netwerk Nederland, dat informatieverstrekking en kaartverkoop voor alle aangesloten theaters gaat verzorgen. Het telefoonnummer is al bekend: 0900 - 1234 123, de naam nog niet.

    Losse verkoop
    Rond december 1994 ontstond bij de Stichting Promotie Theater- en Concertbezoek (SPTC) het idee dat de losse kaartverkoop gestimuleerd moest worden. De abonnementenverkoop liep prima, maar de verkoop aan de kassa's van de schouwburgen bleef daar bij achter. Erica Haffmans van de SPTC: "Ons eerste voorbeeld was de Belbios. Een voice-responssysteem dat de klant geheel naar de film en de bioscoop van zijn of haar keuze leidt. Later bleek dat er aan het voice-responssysteem enkele bezwaren zaten, onder andere in de ingewikkelde koppeling tussen de theaters en de centrale database. In september 1996 zijn we gaan overleggen met de Amsterdamse theaters, verenigd in het Kaartverkoop Netwerk Amsterdam (KNA). Toen zijn we tot de conclusie gekomen dat het meest praktisch is om de formule van het KNA uit te breiden."

    In maart 1997 reageerden 115 van de 120 VSCD-leden positief op de plannen. De contracten werden opgesteld en verstuurd, en toen op 1 september tachtig contracten waren ondertekend, kon met de technische realisatie worden begonnen. Naar verwachting zullen aan het eind van het jaar honderd theaters besloten hebben om mee te doen.

    In Amsterdam werd al meer dan tien jaar geleden begonnen met centrale kaartverkoop door het Amsterdams Uit Buro (AUB). Achttien theaters verenigden zich in 1995 voor dit doel in het Kaartverkoop Netwerk Amsterdam. Het AUB verzorgt voor dit netwerk de organisatie en exploitatie. Het doel van het netwerk is het publiek beter te bedienen met informatie en kaartverkoop. Michiel Buchel, adjunct-directeur van het AUB: "Alle theaterkassa's hebben verschillende openingstijden en verschillende telefoonnummers. Als iemand over een voorstelling hoort of leest en besluit die te willen bezoeken, moeten er zo min mogelijk hindernissen tussen die beslissing en de werkelijke aanschaf van een kaartje liggen. Die onbekende openingstijden en telefoonnummers vormen mogelijk een barrière. Door de vaste openingstijden van de AUB Ticketshop (alle dagen van 9.00 tot 18.00 uur, donderdags tot 21.00 uur) en de AUB Uitlijn (zeven dagen per week van 9.00 tot 21.00 uur) weten de meeste Amsterdammers die in theater geïnteresseerd zijn nu waar ze ook voor een kaartje terecht kunnen."

    Concurrentie
    "Een ander voordeel van een gezamenlijk telefoonnummer is dat het makkelijker bij het publiek bekend is te maken," vult Erica Haffmans aan. "Als op alle brochures, posters en uitladders, in alle tv- en radiospotjes en kunstprogramma's hetzelfde telefoonnummer genoemd wordt, dan blijft dat op den duur hangen. Zoals met het alarmnummer en het informatienummer van het openbaar vervoer is gebeurd. En 0900 - 1234 123 is goed te onthouden."

    "De theaters die bij het Amsterdamse kaartverkoop netwerk zijn aangesloten, zijn niet elkaars concurrenten," zegt Michiel Buchel. "De concurrentie komt van de televisie, de pretparken, de spelcomputers en alle andere denkbare vormen van vrijetijdsbesteding. Met dit netwerk proberen we om de mensen die in de podiumkunsten zijn geïnteresseerd zo goed mogelijk te bedienen en ze zo voor de sector te behouden. Bij een deel van het publiek leeft de spookgedachte dat alle theaters altijd uitverkocht zijn, terwijl dat voor maar een heel klein aantal producties waar is. Ook hierin gaat informatie aan verkoop vooraf: als het publiek weet dat het goed en volledig wordt geïnformeerd, komt het contact makkelijker tot stand. En dat kan weer tot theaterbezoek leiden."

    Bij het Kaartverkoop Netwerk Amsterdam zijn achttien theaters aangesloten. Daarnaast worden voor 50 à 60 podia en evenementen incidenteel kaarten verkocht. Via de Uitlijn worden alle podiumkunsten in Amsterdam aangeboden. En als er voor een bepaalde voorstelling geen kaarten via het AUB verkocht worden, dan kan er in ieder geval informatie gegeven en doorverwezen worden.

    "Natuurlijk zijn er podia die maar een beperkt aantal kaarten per maand via de Uitlijn verkopen, en kan de zaak draaien dankzij de grote publiekstrekkers in de grotere theaters. Daarom is het zo belangrijk dat het Kaartverkoop Netwerk Nederland georganiseerd en in stand gehouden wordt door de sector zelf, zonder winstbejag. Een beursgenoteerde onderneming zou de successen eruit halen en voor de rest niets doen. Wij denken dat de sector als geheel er het meest mee gebaat is als de klant uit een zo volledig mogelijk aanbod kan kiezen en zijn daarom blij dat al zo'n honderd podia, waaronder de belangrijkste, zich bij KNN hebben aangesloten. Wij hopen daarom dat zoveel mogelijk podia zich aansluiten."

     

    "Een betere bereikbaarheid dient niet alleen het gemak", aldus Erica Haffmans, "het stimuleert ook de zogenaamde impulsaankoop. Met het systeem van reizende voorstellingen dat wij in Nederland kennen, komt het vaak voor dat een productie al weer weg is wanneer de recensie in de plaatselijke krant verschijnt. Die staat dan vaak een paar dagen of weken later in een theater in een naburige plaats. Als het publiek belt en hoort dat het de voorstelling alsnog kan zien, is iedereen geholpen."

    Landelijk netwerk
    "Ruim twee derde van de producties die in Nederland gespeeld worden, doen Amsterdam aan. Over die gegevens beschikken we bij het AUB dus al, daar hoeft alleen de lijst van speelbeurten buiten de hoofdstad aan toegevoegd te worden. Niettemin is het een hele klus om naast de eigen organisatie zo'n landelijk kaartverkoopnetwerk op te zetten. We hebben daarvoor dan ook een aparte organisatie met een aparte rechtspersoon opgezet."

    Deze rechtspersoon heet Stichting Kaartverkoop Netwerk Nederland. In het bestuur hebben drie vertegenwoordigers van de SPTC/VSCD en drie van het AUB zitting. Een Kerngroep is verantwoordelijk voor de controle op het beleid dat de beleidsraad, waarin alle deelnemende theaters zitting hebben, uitzet. Die Kerngroep bestaat uit twaalf theaterdirecteuren. Tezamen vormen zij een goede representatie van de theaters die bij de VSCD en de VVT aangesloten zijn: uit alle regio's, grote en kleine, muziek- en theaterzalen. De Stichting KNN treedt daarbij als uitvoeringsorganisatie op. "We willen dat dit een project van de sector zelf is," zegt Michiel Buchel. "De theaterdirecties zitten zelf aan tafel, zij bepalen het beleid. De organisatie heeft geen winstoogmerk; het enige doel is de verbetering van de service aan het publiek."

    Als het nummer aan het begin van het volgend seizoen wordt opengesteld, doet naar verwachting de overgrote meerderheid van theaters die zijn aangesloten bij de Vereniging van Schouwburg- en ConcertgebouwDirecties (VSCD) en de Vereniging van Vlakke vloer Theaters (VVT) mee, en de Amsterdamse theaters die nu al via de Uitlijn samenwerken. Het gaat dan om een vijfde van alle podia in Nederland waar frequent een serieus aanbod aan podiumkunst is, maar die brengen wel 80% van het totale aanbod. De theaters die niet zijn aangesloten bij een van de twee genoemde koepelorganisaties zullen in een later stadium worden uitgenodigd om zich bij het samenwerkingsverband aan te sluiten. Organisatoren van evenementen zullen het Netwerk in kunnen schakelen als distributiekanaal. Zij profiteren dan van de context waarin hun product aangeboden wordt. Voorlopig eist het ontwikkelen van de technische en organisatorische infrastructuur echter nog alle aandacht op.

    Kosten
    "Het theater zal eenmalig de aansluitkosten moeten betalen en vervolgens een jaarlijkse bijdrage, die waarschijnlijk ƒ 1,- per stoel zal zijn," zegt Erica Haffmans. "De SPTC zal deze kosten de eerste drie jaar voor haar rekening nemen, zodat er geen financiële drempel is. Want hoe meer theaters er deelnemen, des te breder is het aanbod, des te groter is de service aan het publiek en dus de kans dat het een succes wordt. De SPTC financiert de ontwikkeling en introductie uit de opbrengsten van de Theater- & Concertbon. Het is dus geld uit de sector dat wordt gebruikt om de podiumkunst beter aan de man te brengen.

    We verwachten dat het Kaartverkoop Netwerk Nederland binnen vijf jaar kostendekkend is. Als er daarna extra inkomsten zijn, dan gaan we overleggen wat we daarmee gaan doen: de openingstijden verruimen, het telefoneren goedkoper maken of op een andere manier de service verbeteren. Het geld blijft in ieder geval bestemd voor de gemeenschappelijke promotie van het theaterbezoek."

    "De klant zal voor het telefoongesprek een bescheiden bedrag moeten betalen," zegt Michiel Buchel. "De ervaring leert dat wanneer de service en de informatie van goede kwaliteit is, mensen daar geld voor over hebben. Een gratis nummer trekt wel onzin-telefoontjes aan, maar nauwelijks meer klanten. De service die we leveren zal grotendeels uit het verstrekken van informatie bestaan. Bij de Amsterdamse Uitlijn resulteert ongeveer een derde van de telefoontjes in de verkoop van een kaartje. Indien nodig zullen we ook doorverwijzen naar het postkantoor of de VVV-balies. Mensen die bellen voor informatie over een gezellig avondje uit moeten ophangen met het idee dat ze gekregen hebben wat ze zochten. Of ze dan ook direct een kaartje voor het theater gekocht hebben is daaraan ondergeschikt.

    Reserveren zal niet mogelijk zijn, alleen bestellen. Voor naar verwachting ƒ 5,50 krijgen de mensen hun kaarten thuisgestuurd. Wie met een creditcard betaalt heeft ze de volgende dag al in huis. Natuurlijk is betalen per giro, met de Theater- & Concertbon of in bijzondere gevallen zelfs per eenmalige machtiging ook mogelijk. En als de chipper of chipknip een succes wordt, doen we daar ook aan mee. Degenen die het bedrag te hoog vinden, verwijzen we door naar de kassa van het theater, of naar één van de landelijke verkooppunten die we gaan opzetten."

    "We zijn hierover nog in bespreking, dus ik maak enig voorbehoud," zegt Michiel Buchel. "De bedoeling is dat door het hele land verkooppunten komen die op de database van het Kaartverkoop Netwerk Nederland zijn aangesloten. Als we tot overeenstemming komen met de GWK-Bank zullen de kaarten verkrijgbaar zijn bij hun ticketpoints. Dat betekent dat er 200 verkooppunten in heel Nederland zullen zijn: bij VVV-, ANWB- en GWK-kantoren. En bij al die punten kun je kaarten krijgen voor alle voorstellingen in de aangesloten theaters: in Groningen voor Theater aan 't Vrijthof te Maastricht en in Almelo voor De Maagd in Bergen op Zoom."

    Kassasystemen
    Onderdeel van het contract met de theaters is dat wie telefonisch bestelt een even grote kans op een goede plaats heeft als wie naar de kassa van het theater gaat. Als er met contingenten wordt gewerkt, moeten die representatief zijn voor het hele aanbod. Ook zullen er stoelen uitgewisseld worden: als de verkoop aan de kassa harder loopt wordt het contingent verkleind, gaat de telefonische verkoop beter dan komen er kaarten bij. Welk systeem het Netwerk gaat gebruiken is nog niet bekend. De verwachting bestaat dat de aanbieders van andere systemen een interface voor communicatie met de centrale zullen ontwikkelen, zodat hun klanten het eigen systeem kunnen blijven gebruiken, én aangesloten kunnen worden op het centrale systeem.

    Kaartverkoop via het internet, waaraan in Zichtlijnen 51 uitgebreid aandacht is besteed, is in ontwikkeling, maar met een lagere prioriteit. Michiel Buchel: "Eerst moet het internet algemeen geaccepteerd zijn bij een breder publiek. Het profiel van de huidige internetgebruikers komt niet overeen met de doelgroep waar het KNN zich op richt. Zij weten vaak wel hoe ze aan informatie moeten komen en hoe ze een kaartje kunnen bestellen. Bovendien moet er een veilig betaalsysteem komen. Op het Uitweb van het AUB zijn we wel bezig met een test met een bestelformulier. Voor de landelijke kaartverkoop gaat onze aandacht toch in de eerste plaats naar een goed telefonisch systeem. Op den duur zal het internet wel volgen."

    Collectieve marketing
    In de centrale database zal een grote verzameling informatie over podiumkunstaanbod en bezoekers ontstaan. Deze gegevens zijn collectief eigendom van de theaters en zij zullen gezamenlijk beslissen hoe deze gegevens voor bijvoorbeeld marketing- en onderzoeksdoeleinden worden gebruikt. Vooralsnog zijn de plannen niet in detail uitgewerkt. Het is de verwachting dat de adressen voornamelijk zullen dienen om profielen van klanten mee op te stellen. Eventueel kunnen er extra vragen worden gesteld om aanvullende informatie over de klanten te krijgen, of kan een aparte enquête worden georganiseerd. De aangesloten theaters krijgen in ieder geval de beschikking over de gegevens die op hen betrekking hebben, zodat ze een mailing naar hun eigen publiek uit kunnen sturen. Het publiek in de kleinere steden heeft vaak een band met het theater of de theaters in de buurt. Wat er honderd kilometer verderop wordt geprogrammeerd, is voor hen in de regel niet interessant.

    Maar hoe makkelijker het is om aan informatie op maat en kaartjes te komen, des te eerder zullen mensen besluiten om daadwerkelijk een voorstelling te bezoeken. En daar gaat het uiteindelijk om.

    Terug

LID WORDEN