• Brieven aan de redactie, A.J.G. Klomp, Zichtlijn 12, augustus 1990

    Onderstaande brief is een reactie van A.J.G. Klomp op het artikel van Jan Kramer over het nieuwe theater in Zoetermeer (Zichtlijn 10).

    Dit commentaar werd ons via Atelier Pro, Architekten BV toegezonden met het verzoek tot plaatsing in het tijdschrift ‘Inzicht’. Bij deze dus, maar dan in ‘Zichtlijn’.

    Geachte redactie,

    Het is buiten kijf dat in een toneelhuis een rollenzolder aan te bevelen is. Het gaat echter te ver om te stellen dat een rollenzolder beslist noodzakelijk is. Zeker als deze noodzaak gemotiveerd wordt met argumenten met betrekking tot het monteren van de trekkeninstallatie bij de bouw en het jaarlijkse onderhoud.

    Het is onbegrijpelijk dat dergelijke argumenten ook bij de huidige stand van de techniek nog steeds gehoord worden. Kennelijk wegen daarbij traditionele denkbeelden zwaarder dan de ervaringen opgedaan in theaters zonder rollenzolder.

    Natuurlijk geeft het ontbreken van een rollenzolder theatertechnisch gezien nu nog beperkingen, in het bijzonder voor het aanbrengen van punttrekken., Het is echter zeer de vraag of deze beperkingen opwegen tegen de beperkingen die het geheel ontbreken van een theatergebouw geeft. En toch is dit vaak het alternatief als te star aan de noodzaak van een rollenzolder wordt vastgehouden.

    Misschien is het verstandiger dat de heer Kramer voor hij weer eens over deze materie schrijft eerst eens gaat kijken en luisteren in De Lawei in Drachten, aan welk theater hij refereert. Mogelijk dat dan door een van de theatertechnici met een ondragelijk leven in dat theater een deel van zijn scepsis met betrekking tot gebruiksmogelijkheden, onderhoud, belichting, orkestwanden, klankkaatsers en dergelijke kan worden weggenomen.

    A.J.G. Klomp, Adviesbureau Peutz & Associes

    Terug

LID WORDEN