• Brieven aan de redactie, Aryan Kleykamp, Zichtlijn 12, augustus 1990

    De haren te berge Geachte redactie, In Zichtlijn nr. 10 (april 1990) berichtte ik over de perikelen rond de reorganisatie van het Cultureel Centrum Amstelveen. Hierover later meer.

    Belangrijker lijkt het mij enige kritische kanttekeningen te plaatsen bij een recent fenomeen, dat raaklijnen vertoont met dergelijke efficiencyonderzoeken. Ik doel hier op een de laatste tijd veel te beluisteren tendens, zoals onder andere deels waar te nemen valt in het artikel Automatisering in het theater: Casino Den Bosch in Zichtlijn nr. 11 (juni 1990).

    Het lijkt erop dat een klein deel van de theaterdirecties en theatertechnici onder de druk van bezuinigingsopdrachten kwalijke keuzes maakt. Meer doen met minder geld is een verkeerde politieke beslissing. In plaats van de confrontatie aan te gaan, teneinde de onmogelijkheid van dit streven aan te tonen, vlucht men in visieloze managementkretologie en verschuilt men zich achter inhoudsloze computerstaatjes.

    Ondertussen dreigt een ander deel van met name technici terecht te komen in zodanige arbeidsomstandigheden, dat zelfs de beruchte ‘rechteloze’ horeca erbij verbleekt.

    Hiermee wil ik niet zeggen dat toetsing van tijd tot tijd niet nuttig zou zijn, noch dat nieuwe inzichten buiten de deur gehouden moeten worden. Te starre organisaties moeten altijd op zoek naar meer flexibiliteit!

    Het is echter wel zaak de juiste volgorde van een aantal gegevens te hanteren. Zo lijkt het er bijvoorbeeld op, dat arbeidsvoorwaarden steeds meer als een blok aan het been ervaren worden. Terwijl die voorwaarden indertijd (meestal collectief) zijn vastgelegd om mensen tegen overbelasting te beschermen en naast het werk de mogelijkheden te bieden nog een sociaal leven te leiden. Door arbeidsvoorwaarden te koppelen aan de arbitraire noodzaak ten aanzien vaan het werk een bepaalde groep werknemers, worden ze waardeloos, omdat ze gekoppeld behoren te zijn aan menselijke behoeften.

    Nu eerst terug naar het Cultureel Centrum Amstelveen, waar de firma Berenschot een reorganisatie-rapport heeft gepresenteerd. Uiteindelijk heeft de gemeenteraad zijn handen niet durven branden aan de conclusie van dit bureau, dat er een technicus zou moeten worden bezuinigd. Dit mede dankzij het contra-rapport van de medezeggenschapscommissie. Dus nog maar een schep geld de deur uit, om de firma Stoa zich over dit kennelijke probleem te laten buigen. Dat men daar vervolgens tot dezelfde conclusie komt is niet zo vreemd, want er zal en moet een man uit.

    Als dan de consequenties voor het personeel worden besproken, komen de arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden weer om de hoek kijken. Een voorbeeld:

    Een idee van het bureau is het naar huis sturen van technici na het lossen en bouwen, om ze pas bij het afbreken en laden ’s avonds weer terug te laten komen. Los van de praktische bezwaren vraag ik mij af waar de betrokkenheid en motivatie zullen blijven. Indien er, zoals gebruikelijk, zo veel mensen op de voorstelling staan als nodig, lijkt het mij überhaupt een vreemde zaak.

    Een woord dat veel valt is ‘leegloop’. Als hiermee bedoeld wordt dat er geen twaalf man klaar hoeven te staan voor een klein changementje, is dat logisch. Maar wat is dan die leegloop? Na het bouwen is er meestal nog werk zat: licht stellen, geluid afregelen, rekwisieten, reparaties, snoeren plakken, etc. Vaak komt huist de op bezuinigingsdrift geraakte directie nog wel met een verzoekje: microfoontje in de foyer, defect koffiezetapparaat op kantoor.

    In feite doen de voorbeelden er niet zoveel toe, het gaat om de tendens.

    Is het werkelijk de bedoeling theatertechnici vogelvrij te verklaren, ze desnoods zeven dagen per week voor een uurtje werk te laten komen? Of om onkundig parttime personeel grote verantwoordelijkheid te laten dragen en maar te zien waar het schip strandt?

    Iedere goede theatertechnicus is bereid er een flinke schep bovenop te doen, wanneer dat maar nodig is. Het is een vak waar je meer dan fulltime mee bezig bent. Maar het is ook een beroep waar mensen recht hebben op enige zekerheid en regelmaat waar het kan.

    Zo niet, dan kunnen we de vereniging, de opleiding, de beurzen en seminars beter vandaag nog opdoeken.

    Aryan Kleykamp, theatertechnicus

    Terug

LID WORDEN